van vertegenwoordigers van plaatselijke commissies van toezicht op
de bioscopen, als algemeen geldende opinie werd uitgesproken, dat
ook de smalfilm onder de bioscoopwet valt en dus niet in het
openbaar vertoond mag worden, zonder tevoren door de Rijks-
filmkeuring te zijn gekeurd. Naar de algemeene jurisprudentie werd
aangenomen, dat bijeenkomsten, die niet uitsluitend voor de leden
der vereeniging, doch ook voor anderen, hetzij introducé's, of ieder
een, toegankelijk zijn, als openbare bijeenkomsten dienen te worden
beschouwd. Indien dus in zulk een geval een smalfilm wordt ver
toond, dan moet niet slechts de film gekeurd zijn, doch moet ook de
onderneming machtiging hebben van B. en W. om films te ver-
toonen.
Dit is, naar ons is gebleken, ook de meening van de Centrale
Commissie. Wij zien hierin een bevestiging van het standpunt, het
welk steeds door ons is ingenomen, n.1., dat op de exploitatie van
smalfilmvoorstellingen de bepalingen der bioscoopwet van toepas
sing geacht moeten worden.
Voorloopige maatregelen van Bondswege.
Inmiddels had de ervaring ons geleerd, dat uit den tekst van het
Bedrij f sbesluit inzake Smalfilms niet kon worden opgemaakt, dat
het in strijd met de voorschriften van den Bond zou zijn, indien
buitenlandsche filmproducenten smalfilmrechten naar Nederland
verkochten van films, waarvan aan de leden van den Bond bijv.
de rechten op de normaalbreedte niet waren afgestaan.
Daarom besloot het Hoofdbestuur in zijn vergadering van 30
Juni 1936 aan de eerstkomende ledenvergadering een voorstel voor
te leggen, om op grond van art. 16 der Statuten aan de leden van
den Bond te verbieden op het gebied van het film- en bioscoop
bedrijf zaken te doen met nader door het Hoofdbestuur aan te geven
buitenlandsche filmproducenten en/of andere filmondernemingen,
die smalfilms verkoopen aan Nederlandsche personen of zaken
(alle zedelijke lichamen inbegrepen), die geen lid zijn van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond.
Door bijzondere omstandigheden is dit voorstel in het afgeloopen
jaar niet tijdens de in December gehouden ledenvergadering in
behandeling kunnen komen.
In het najaar kwam het smalfilmvraagstuk in een nieuw stadium
door de plannen tot oprichting van een maatschappij tot distributie
van smalfilms en exploitatie van smalfilm-theaters in Nederland
Hoewel de nogal luidruchtige aankondigingen in de pers den in-
34