B. en W. verklaarden aan de wenschen van regeeringswege te
dezen opzichte niet tegemoet te kunnen komen. Met betrekking tot
het bioscoopbedrijf ter plaatse merkten zij o.m. op, dat dit bedrijf
de entreeprijzen reeds verlaagd had, juist omdat het bezoek minder
gunstig was. Het was het College bekend, dat de betreffende on
derneming niet bijzonder rendeerde; van een belastingverhooging
verwachtte het dan ook een noodzakelijke verhooging van den
entreeprijs, met gevolg, dat het aantal bezoekers wederom zou ver
minderen.
Mede op dezen grond stelden B. en W. voor de vermakelijk -
heidsbelasting niet te verhoogen. Dit voorstel werd na eenige
discussie zonder hoofdelijke stemming door den Raad aangenomen.
De gemeenteraad van Coevorden besloot daarentegen om
streeks April van dit jaar de belasting voor openbare vermakelijk
heden zoodanig te verhoogen, dat thans van de entreeprijzen over
het algemeen 20 Cl/< belasting wordt geheven.
Ook de Raad van de gemeente Enkhuizen besloot de ver-
makelijkheidsbelasting te verhoogen, en wel van 15 op 20 c/t
De gemeente B o r n e behoorde tot de witte raven op het gebied
der vermakelijkheidsbelasting.
Tijdens de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1936
is door den Raad dezer gemeente op voorstel van een zijner leden
bij den post vermakelijkheidsbelasting met slechts twee stemmen
tegen besloten het percentage dezer belasting van 20 op 10 te
brengen.
Men had echter buiten den waard gerekend, want kort daarop
moesten B. en W. aan den Raad mededeelen, dat het onderhavige
raadsbesluit geen goedkeuring kon verkrijgen van de Kroon.
Op voorstel van B. en W. besloot de Raad daarom de belasting:
wederom op 20 vast te stellen.
Begin April kwam uit Z w o 11 e het onheilspellende nieuws, dat
B. en W. dezer gemeente ter dekking van het begrootingstekort
een voorstel bij den Raad hadden ingediend tot verhooging van de
vermakelijkheidsbelasting met 100%. De bestaande 10 c'( heffing
zou daardoor worden gebracht op 20.
Zoodra het Hoofdbestuur dit vernam, heeft het zich onmiddellijk
met een telegram tot het gemeentebestuur van Zwolle gewend met
het verzoek de behandeling aan te houden tot het Hoofdbestuur
57