WIJZIGING DER STATUTEN
Was reeds in 1936 een groot gedeelte van den Hoofdbestuurs-
arbeid gewijd aan de voorbereiding eener principieele wijziging van
de Bonds-Statuten, in 1937 is dit omvangrijk en tijdroovend werk
met önvermoeiden ijver voortgezet.
Op 25 Mei reeds kon over het concept der nieuwe Statuten een
bespreking plaats hebben met den Afdeelingsraad, die daarmede in
groote lijnen accoord ging, en op 9 Juni was het Hoofdbestuur
zoover, dat de nieuwe grondwet aan de ledenvergadering ter goed
keuring kon worden voorgelegd.
Op de agenda van de Buitengewone Algemeene Vergadering
van 12 Juli was terzake een voorstel geplaatst, doch dit kon niet
in behandeling worden genomen, omdat het vereischte quorum
niet ter vergadering aanwezig was.
Volgens de presentielijst waren van de 438 zaken, door de leden
geëxploiteerd, maar 208 zaken vertegenwoordigd, terwijl over
eenkomstig artikel 42 van de Statuten besluiten tot wijziging van
de Statuten slechts kunnen worden genomen in een Algemeene
Ledenvergadering, waarin minstens der kiesgerechtigde zaken
vertegenwoordigd moet zijn met een meerderheid van 2/s van het
aantal stemmen. Derhalve moest de vergadering worden verdaagd
en eerst in de tweede vergadering zou ongeacht het aantal aan
wezige leden een besluit kunnen worden genomen met een meer
derheid van 2/3 der uitgebrachte stemmen.
Deze vergadering werd gehouden op 2 Augustus d.a.v. In deze
vergadering, waarvoor veel belangstelling bestond, is het concept-
Statuten na uitvoerige behandeling met nagenoeg algemeene stem
men goedgekeurd.
Dit besluit moet voor onze organisatie van de grootste beteekenis
worden geacht en wel om tweeërlei redenen.
Eerstens, omdat in de nieuwe Statuten de mogelijkheid is open
gesteld de normen te regelen, waaraan de leden en adspirant-leden
moeten voldoen bij het exploiteeren hunner bedrijven en zaken, het
oprichten van nieuwe bedrijven en zaken en het intreden in, en
overnemen van bestaande bedrijven en zaken.
Hierdoor zijn de pogingen van de laatste jaren om te komen tot
een bedrijfsordening telkens voor een beperkten duur, beëindigd,
om plaats te maken voor organieke wetten, wetten dus, die recht
streeks uit de grondwet, in dit geval de Statuten, voortvloeien.
Ten aanzien van het exploiteeren van bestaande zoowel als van
nieuwe zaken zal op deze wijze een regelmatige, veilige weg kunnen
10