ken hierbij o.m. aan de film „Het werkende Land", waarbij recla me, of als men dat mooier vindt, propaganda voor het kabinet- Colijn werd gemaakt. Daarom verdient het aanbeveling elk geval, waarbij zich de vraag voordoet, of een film behoort tot de cate gorie van cultureele publiciteitsfilms, te onderwerpen aan het oor deel van een speciale commissie, bestaande uit door den Neder- landschen Bioscoop-Bond en de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten aan te wijzen vertegenwoordigers. Wij hadden ons deze Commissie, die in eerste en hoogste instantie zal hebben te beslissen, gedacht als te bestaan uit twee vertegen woordigers van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, twee ver tegenwoordigers van onze Vereeniging, terwijl het vijfde lid, zijnde de Voorzitter, benoemd zou kunnen worden in gemeenschappelijk overleg tusschen het Hoofdbestuur en ons Bestuur. Indien Uw Hoofdbestuur zich in groote trekken met het voor omschreven plan zou kunnen vereenigen, zou ons Bestuur het op hoogen prijs stellen, nader over de details en de uitvoering ervan met U van gedachten te mogen wisselen. Uw berichten dienaangaande met belangstelling tegemoetziende, Hoogachtend, Het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame- Exploitanten, (w.g.) L. CALFF, Voorzitter, (w.g.) H. W. HAGENBERG Jr., 2e Secretaris. 163

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 162