Uit den huidigen stand van zaken met betrekking tot de tele visie, uit de inzichten, welke men daaromtrent in bedrijfskringen is toegedaan en uit de suggesties, welke meer in het bijzonder door de Rijks-televisie-Commissie zijn gegeven aan het slot van haar rapport, valt de conclusie te trekken, dat de practische toepas sing van de televisie in een aantal landen reeds een feit is, en in overeenstemming met de door ons bij schrijven van 28 Januari 1937 uitgesproken verwachting eerlang ook in ons land werkelijkheid zal worden. De beteekenis. welke onzerzijds aan deze aanstaande toepassing moet worden gehecht, wordt bepaald door de ervaringen, met de in het buitenland genomen proeven opgedaan. De Commissie meent te kunnen volstaan met haar opvatting weer te ggeven over het verband, dat tusschen de aanvankelijke practische toepassing en het film- en bioscoopbedrijf zou kunnen worden gelegd, zulks met het oog op de bescherming en de bevor dering van de belangen van dit bedrijf. De Commissie stelt voorop, dat de televisie in haar tegenwoor dig stadium weinig amusementswaarde heeft en derhalve uit dit oogpunt alléén, voor ons bedrijf voorloopig niet van groot belang behoeft te zijn. Hierbij gaat zij uit van datgene, wat de televisie in haar uit eindelijk verschijnen eigenlijk is. Als zoodanig, naar het uiterlijk dus, is zij niet anders dan een bewegend beeld, dat op het publiek dezelfde uitwerking heeft als de tegenwoordige film. Het filmbeeld evenwel moet, wat zijn scherpte, zijn grootte en zijn inhoud betreft zoodanig perfect worden geacht, dat, wil het worden verdrongen, minstens door iets gelijkwaardigs, zoo niet door iets beters kunnen worden vervangen. Het televisie-beeld is nog verre van gelijk aan, laat staan beter dan het filmbeeld, noch in grootte, noch in scherpte en helderheid, noch van inhoud. Technische moeilijkheden en kostenvraagstuk kunnen daarbij voorloopig gevoeglijk buiten beschouwing worden gelaten. Dit impliceert, dat het publiek het verschijnen van televisie in het openbaar zal ontvangen als een technisch novum. In hoeverre daarvoor belangstelling zal zijn, valt moeilijk te zeggen. Wel kan de prognose worden gesteld, dat indien een dergelijk technisch novum niet snel geperfectionneerd wordt, zóó, dat het op een genietbaar peil komt de publieke belangstelling, hoe groot zij in den beginne ook moge zijn, snel zal verminderen. Zoo beschouwd zou een experimenteele toepassing van de tele- 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 40