visie, geheel naast het film- en bioscoopbedrijf geëxploiteerd, voor dit bedrijf zelfs geen bedreiging behoeven te zijn. Vast staat echter, dat de technische vorderingen van de tele visie van dien aard zijn, dat zij van het bedrijf een voortdurende studie en waakzaamheid, ja zelfs een actieve interesse vragen. De vervolmaking van het beeld, de proeven met groot doek en de bestudeering van de eventueele programmastof wijzen immers in de richting van een vorm van amusement, welke in zijn toepas sing en uitwerking, alsmede in de exploitatie en de eventueele mid delen daartoe gebezigd, het gebied zal kruisen, hetwelk thans door het film- en bioscoopbedrijf bestreken wordt. Voornamelijk dient hierbij in het oog te worden gehouden, dat in de naast toekomst, althans voor de programma-vulling in ruime mate gebruik zal worden gemaakt van films, in het bijzonder tijdens de experimenteele periode. Bovendien mag niet de omstandigheid worden verwaarloosd, dat de televisie ook in het thans bereikte stadium voor heeft op de film haar onmiddelijkheid. hetgeen met betrekking tot het brengen van actualiteiten van beteekenis moet worden geacht. Ook al zijn er in dit verband vele bezwaren aan te geven, tóch is de veronderstelling gewettigd, dat het publiek ongetwijfeld de snelle overbrenging van actualiteiten zoodanig zal apprecieeren, dat het de technische tekortkomingen gaarne op den koop toeneemt. De Commissie is op grond van het vorenstaande van oordeel, dat het film- en bioscoopbedrijf in ons land ook tegenover een experimenteele practische toepassing van televisie niet onverschil lig mag staan. Integendeel, het moet daarom voor dit bedrijf van het grootste belang worden geacht actief aan deze practische toe passing deel te nemen èn door er in principe toe mede te werken, dat films ter beschikking worden gesteld èn door te bereiken, dat eventueele proefvoorstellingen worden gegeven in de bioscopen, hetzij zulks geschiedt in de lounges, de halls of in de nevenzalen van deze instellingen. Dit klemt temeer, waar veilig mag worden aangenomen, dat in de naaste toekomst alleen reeds om financieele redenen de televisie de massa niet zal bereiken via de huiskamer. Bovendien dringt zich de vraag op, of den exploitanten van bioscopen niet nu reeds de raad moet worden gegeven bij verbou wing, uitbreidingen ofwel nieuwbouw van bioscopen, rekening te houden met de practische toepassing van de televisie. De Commissie meent deze vraag bevestigend te moeten beant woorden. 41

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 41