de vereischte medewerking aan den contröleerenden accoutant, dan zal het Hoofdbestuur naar krachtiger middelen moeten uitzien om in dezen toestand verbetering te brengen. Kwesties met buitenlanders Talrijk zijn de kwesties, waarin hetzij door het daarbij betrokken lid, hetzij door de daarbij betrokken buitenlandsche firma de inter ventie van het Hoofdbestuur in 1937 werd ingeroepen. Opvallend is daarbij, dat verschillende malen het initiatief daartoe uitging van de buitenlandsche firma's, waaruit wel geconcludeerd mag worden, dat de Bond in het buitenland den naam van onpartijdig scheidsrechter geniet. Een onzer leden had de rechten voor Nederland gekocht van een nog te vervaardigen film, waarvoor hij een bedrag had vooruit betaald. De producent was echter niet bij machte met de vervaar diging een begin te maken, althans de film te voltooien, zoodat een andere producent dezelfde stof ging verfilmen. Aanvankelijk bestond de vrees, dat er van camouflage sprake was, weshalve ter bescherming van de belangen van het gedupeerde lid een waar schuwing aan de leden van den Bond gezonden werd, om op de aanbiedingen van den nieuwen producent niet in te gaan. De Fran- sche organisatie deelde echter mede, dat de nieuwe producent niets uitstaande heeft met dengene, die vroeger de film zou gaan maken. Derhalve heeft het Hoofdbestuur de film vrijgegeven. Een kwestie van meer gecompliceerden aard, waarbij niet minder dan drie leden van den Bond betrokken waren, deed zich voor bij den verkoop eener Fransche film naar Nederland. Een der betrok ken leden kwam echter zijn verplichtingen, uit een door bemiddeling van het Hoofdbestuur getroffen regeling voortvloeiende, niet na. zoodat dit college zich genoodzaakt zag het bedoelde lid op zijn verplichtingen te •wijzen. Het eigenaardige verschijnsel heeft zich ook dit jaar weer voor gedaan, dat buitenlandsche ondernemers, die met de nakoming hunner verplichtingen tegenover leden van den Bond in gebreke bleven, daartoe overgingen, zoodra zij weer op de een of andere wijze zaken met leden van den Bond wenschten te doen. Zoo heeft zich het geval voorgedaan, dat een Engelsche filmproducent werk had opgedragen aan een Nederlandsche filmstudio, doch met de betaling van het daarvoor verschuldigd bedrag in gebreke bleef. Toen geruimen tijd later de Engelsche firma een film naar Neder land wenschte te verkoopen, stuitte zij op de waarschuwing, welke 83

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1937 | | pagina 83