Uniforme veiligheidsvoorschriften voor bioscopen
In de plaats van den heer D. Hamburger Jr., die als zoodanig
had bedankt, heeft het Hoofdbestuur als zijn vertegenwoordiger in
de Film- en Décorcommissie der Koninklijke Nederlandsche Brand
weer-Vereeniging aangewezen den heer W. K. G. van Royen.
De heer Van Royen heeft alszoodanig een onderhoud gehad met
den Voorzitter van de Film- en Décor-Commissie, den heer G. Gor
dijn, commandant van de Brandweer te Amsterdam inzake een
door dezen laatste ingediend ontwerp veiligheidsvoorschriften voor
schouwburgen en bioscopen. Aan dit onderhoud werd tevens deel
genomen door den Bondsdirecteur.
Dezerzijds was men n.1. tot de conclusie gekomen, dat, hoeveel
waardeering men overigens ook had voor den in verband met het
concipieeren van dit ontwerp verrichten arbeid, het betreffende
ontwerp voor het meerendeel absoluut onaanvaardbaar moest wor
den geacht en zelfs niet als leiddraad zou kunnen dienen voor de
Gemeentebesturen bij de vaststelling van voorwaarden, waaraan
zal moeten worden voldaan bij den bouw van bioscopen.
Wij wenschten het vraagstuk der veiligheidsvoorschriften veel
eenvoudiger te zien opgelost dan in vorenbedoeld ontwerp was
voorgesteld. Zoo is dezerzijds aan de Brandweer-Vereeniging in
overweging gegeven om, voor zoover het de bioscopen betreft, aan
de Regeering te adviseeren, een circulaire samen te stellen, waarbij
aan de Gemeentebesturen dringend in overweging wordt gegeven
om bij het ontwerpen van verordeningen, regelende de voorschrif
ten betreffende de veiligheid in bioscopen, eenige algemeene richt
lijnen in acht te nemen. Daarbij is voorop gesteld de eisch, dat het
daar naartoe zal worden geleid, dat uniforme voorschriften worden
vastgesteld, geldende voor alle bioscopen en alle localiteiten, waar
films ter vertooning worden gebracht, ongeacht haar breedte
formaat.
Aan deze uniforme voorschriften zou dan naar onze meening, als
hoofdbeginsel ten grondslag moeten liggen, dat films uitsluitend
mogen worden geprojecteerd met een apparaat, dat staat opgesteld
in een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde cabine.
Dat wil dus zeggen, dat er een verbod zou moeten komen om film
apparaten in de toeschouwersruimte te doen functionneeren.
Over vorenbedoeld schema zal nader in de film- en Décor-Com
missie van gedachten worden gewisseld.
91