te ontduiken en de actie van extremistische groepen in ons land,
zoowel als buitenlandsche propaganda te steunen. Dit nu lag, naar
het oordeel van het Hoofdbestuur, niet op den weg van de leden
van den Bond, daargelaten, dat het bedrijf hierdoor gevaar liep,
dat zijn naam werd geschaad. Daarom is in den loop van het jaar
van het Hoofdbestuur een verbod uitgegaan om voorstellingen als
bovenbedoeld toe te laten.
Uiteraard bleef het effect van genoemden Bondsmaatregel
slechts beperkt tot de ondernemingen, welke door de leden van
den Bond worden geëxploiteerd.
De leden hebben de consignes van het Hoofdbestuur nauwgezet
opgevolgd, zoodat geen klacht van eenige beteekenis binnenkwam.
Ook overigens bereikten ons weinig klachten over de naleving
van de Wet door de leden. Op verzoek van den heer Voorzitter
van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring werden dezer
zijds in het Bondsorgaan (No. 100) eenige richtlijnen gegeven aan
de leden nopens formaliteiten, welke bij aanbieding van films aan
de Centrale Commissie in acht behooren te worden genomen.
Het aantal door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring
niet toegelaten films bedroeg in 1939 31, of 6,2 van het totaal,
tegen 31, of 5,9 van het totaal in het jaar tevoren. Tegenover
deze stijging van het aantal niet toegelaten films staat wederom
een aanzienlijke vermindering van het aantal films, dat voor jeug
digen leeftijd beschikbaar kwam. Voor alle leeftijden werd name
lijk toegelaten 21,2|% tegen 26% in 1938 en 29,7% in 1937.
Het percentage toegelaten films voor personen van 14 tot 18 jaar
steeg van 32,2 in 1938 tot 34,9 in 1939. Eveneens steeg het aantal
toegelaten films voor personen boven 18 jaar, namelijk van 35,9
op 37,7%. Door deze bedenkelijke vermeerdering gaat het per
centage van 1939 zelfs uit boven dat van 1937, hetwelk 37,3
bedroeg. (In 1935 was dit nog slechts 30,1
Averechtsche toepassing
We hebben dit jaar minder te klagen over de averechtsche toe
passing van de Bioscoopwet door sommige gemeentelijke auto
riteiten, die het blijkbaar nog altijd niet kunnen verkroppen, dat
de materie, door de Bioscoopwet geregeld, aan hun jurisdictie is
onttrokken.
Het vorig jaar was vooral artikel 19 het struikelblok, o.a. ook
31