OVERZICHT
Een synthese van de werkzaamheden van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond in het afgeloopen jaar laat ons zien, dat na de
inwerkingtreding der nieuwe Statuten welke een brug sloegen
over de tegenstellingen, voorzoover ze in de organisatie waren
overgebleven als restant van die der commercieele groepsbelangen
in het organisatieleven van het film- en bioscoopbedrijf een
zekere stabiliteit is ingetreden.
Het Hoofdbestuur heeft immers de mogelijkheden, door de
nieuwe Statuten geschapen, aanstonds benut om het complex van
bedrijfsmaatregelen, inhaerent aan de achter ons liggende crisis
jaren en dus van tijdelijken aard, na zorgvuldige correctie te be
trekken in het groote verband eener meer duurzame organisato
rische wetgeving.
Het resultaat van dit ordenend werk, dat vanzelfsprekend is
ingesteld op de behoeften van den nieuwgeboren toestand en
bovendien een positieven inslag heeft, is neergelegd in het Alge
meen Bedrijfsreglement, het Bedrijfsreglement op de Lijst van Geen
Bezwaar en het Bedrijfsbesluit in zake Reizende Bioscopen. Daar
nevens werd voorbereidend werk verricht met betrekking tot een
bedrijfsreglementeering, een coördinatie beoogende van de vigee-
rende regelingen in zake den minimumentreeprijs en de prijsbe-
scherming.
Deze bemoeiingen van den Bond met de bedrijfsbelangen druk
ten ongetwijfeld zwaar op zijn overigens sterke en breede schou
ders. Maar ze beteekenen een lichten last, welke graag gedragen
wordt, omdat we weten zóó eigen lot in eigen hand te hebben.
Deze overtuiging geeft het Hoofdbestuur ieder jaar opnieuw den
moed en de energie om met opoffering van veel tijd een respec
tabele dosis werk te verzetten. Een onmisbaren steun in den rug
vormen daarbij het vertrouwen, de medewerking en de waardee
ring der ledep. Dat hierop ook in 1939 zoo vast gerekend kon
worden, stemt tot groote voldoening.
3