Daarom besloten bedoelde maatschappijen reeds in 1939 het lidmaatschap van den Nederlandschen Bioscoop-Bond op te zeggen. Dit besluit is geëffectueerd in als wij ons wel her inneren een tweetal opzeggingen van de Amerikaansche hui zen, i.c. de Metro-Goldwyn-Mayer Filmmij. N.V. en de N.V. Pa- ramount. Een rustige maar duidelijke waarschuwing van het Hoofdbestuur met betrekking tot de consequenties dezer op zegging was toen voldoende om een conflict te voorkomen. Dit laat niet weg, dat de conflictstof toch lag opgehoopt. De wedergeboorte van den Nederlandschen Bioscoop-Bond moet dus in de kringen van deze leveranciers geen prettigen in druk hebben gemaakt en naar onze overtuiging moeten zij ge redeneerd hebben, dat, wilden zij iets bereiken, tot actie moest worden overgegaan, voor de Bond wederom stevig in zijn schoe nen stond. Daarbij moet men ongetwijfeld over het hoofd heb ben gezien, dat de na-oorlogsche herorganisatie tijdens de be zetting zeer precies was voorbereid en het organisatorisch apparaat ondanks honderden bezwaren, vrijwel onmiddellijk na de bevrijding volledig functionneerde en niet minder, dat de leden van den Bond door de toestanden tijdens de bezetting een nog grooter saamhoorigheidsgevoel hadden gekregen. Tijdens de S.H.A.E.F.-periode liepen er geruchten, dat de groote Amerikaansche ondernemingen niet bereid zouden zijn het lidmaatschap van den Bond te handhaven. Men bedenke hier wel, dat deze ondernemingen niet aanstonds kleur behoefden te bekennen, omdat door het langdurige conflict rond het K.B. E. 84 het bedrijf practisch geheel op de S.H.A.E.F. was aan gewezen en deze S.H.A.E.F. naar later is gebleken de op brengsten geheel zakelijk had af te dragen aan de respectieve leveranciers. Er zijn een of meer vertegenwoordigers van deze ondernemingen tijdens de S.H.A.E.F.-periode in ons land geweest, maar zij hebben het niet noodig geoordeeld zich met het Hoofdbestuur als zoodanig in verbinding te stellen. Wel heeft men met een of meer individueele leden gesproken, doch het Hoofdbestuur had geen reden van dit contact nota te nemen. Toen in September 1945 de vrije filmhandel werd hersteld, moesten de betrokken Amerikaansche ondernemingen kleur be kennen. Zij moesten n.L, wilden zij buiten Bondsverband werken, hun lidmaatschap opzeggen. Dit hebben zij omstreeks eind Sep tember gedaan. Achtereenvolgens zegden het lidmaatschap op: Metro-Gold wyn-Mayer Film Mij. N.V.Netherlands Fox Film Corp. N.V. Paramount Films N.V. en R.K.O. Radio Films N.V.. 44

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1945 | | pagina 48