als getuige opgeroepen exploitant behoorde te worden betaald.
Hieromtrent ontstond later opnieuw een geschil, daar laatst
genoemde exploitant de helft der schade niet voor zijn rekening
wenschte te nemen. Dit geschil werd evenwel vóór de behande
ling ingetrokken.
Voorts ontstond tusschen 2 filmverhuurders een geschil om
trent de overtreding van een tusschen alle zelfstandige filmver
huurders onderling gesloten overeenkomst inzake de aankoop
prijzen van Europeesche films. De Commissie stelde vast, dat
gedaagde bedoelde overeenkomst had overtreden als gevolg
waarvan zij de in de overeenkomst gestipuleerde zeer hooge boete
aan de Stichting Bio-Vacantieoord verbeurde. Voorts werd aan
eischeres een principieele schadevergoeding toegekend en sprak
de Commissie als haar oordeel uit, dat het Hoofdbestuur be
hoorde te worden geadviseerd, den import van de films, waarop
dit geschil betrekking had, te verbieden.
Een geschil tusschen drie filmverhuurders had eveneens be
trekking op vorenbedoelde onderlinge overeenkomst en voorts
op de plaatsing van een naar de meening van eischeres, mis
leidende advertentie in het „Nieuw Weekblad voor de Cinema-
tographie".
De Commissie stelde vast, dat de overeenkomst in kwestie
niet was overtreden, doch dat de gewraakte advertentie inder
daad onjuist was. Gedaagde werd derhalve veroordeeld deze
met een advertentie van hetzelfde formaat te rectificeeren. Ook
in dit geschil werd aan eischeres een principieele schadevergoe
ding toegekend.
RAAD VAN BEROEP
De Raad van Beroep werd voor de zittingsperiode 1945/1946
als volgt samengesteld:
Voorzitter: de heer M. P. M. Vermin;
Pl.v.v. Voorzitter: de heer F. L. D. Strengholt;
Leden: de heeren Ch. van Biene, C. H. de Lange, B. W. G.
van Royen, S. Zondervan, J. S. Croeze, D. J. v. Leen, J. L. Paerl
en L. Groen;
Tot Secretaris werd benoemd de Bondsdirecteur, de heer J. G.
J. Bosman.
De beide Kamers werden als volgt samengesteld
Eerste Kamer: D. J. van Leen, J. L. Paerl, Ch. van Biene, C.
H. de Lange.
70