AFDELING AMSTERDAM 104 IN het jaarverslag over 1948 onzer afdeling moge in de eerste plaats worden vastgelegd, dat onze hoofdstad de eer te beurt viel om getuige te zijn van de herdenking van het 50-jarig regeringsjubileum van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina en van de inhuldiging van Hare Majesteit Koningin Juliana, waarbij de grote aanhankelijkheid, die ons volk in al zijn geledingen voor ons Vorstenhuis koestert, op treffende wijze aan de dag trad. De feestelijkheden, die zich bij deze gelegenheden afspeelden, trokken ettelijke honderdduizenden bezoekers naar onze stad, en het gaf de leden onzer afdeling grote voldoening, dat zij door vertoning van het uitstekende Nederlandse journaal in staat waren om het publiek in grote getale aan deze historische gebeurtenissen deel te doen hebben. De inrichting van een tentoonstelling betreffende de ontwikkeling van de film in technisch, artistiek, economisch en maatschappelijk opzicht in het Stedelijk Museum te Amsterdam vormde de aanleiding tot een overigens eenvoudige viering van het 30-jarig bestaan van de Nederlandsche Bioscoop-Bond op 10 Februari 1948. Hoewel de tijd van voorbereiding slechts kort was, kan onze afdeling met genoegen terugzien op deze zeer geslaagde herdenking van de stichtingsdag van de Bond, waarbij zowel van de zijde van het bedrijf zelf. als van velerlei over heidsinstanties grote belangstelling aan de dag werd gelegd. De tentoonstelling zelf trok ook zeer veel belangstellenden en onze afdeling gaf hieraan haar steun door tijdens deze tentoonstelling in samenwerking met het Stedelijk Museum wekelijks gecombineerde affiches te verzorgen met vermelding van de films van bijzonder artistiek of cultureel gehalte, die in de theaters van verschillende leden ter vertoning werden gebracht. Het valt slechts te betreuren, dat er overigens uit het verslagjaar weinig opbeu- rends te vermelden valt. want ondanks de hierboven genoemde feestelijkheden en ondanks de uiterst gunstige weersomstandigheden, waardoor het rifgelopen jaar gekenmerkt werd, vertoonden de bezoekcijfers voornamelijk in het tweede halfjaar een onrustbarende en van maand tot maand toenemende daling, die haar diepte punt vond in de laatste week van December, in welke week de totale recettes van alle Amsterdamse bioscopen 4 I beneden die van de overeenkomstige weck in 1947 lagen. Eén der belangrijkste oorzaken voor deze sterke teruggang moet gevonden worden in de drastische verhoging der vermakelijkheidsbelasting tot 35%, gepaard gaande met een gelijktijdig door de Prijsbeheersing voorgeschreven verla ging der netto-entreeprijzen, die ten gevolge had, dat de gehele last der belas tingverhoging op het bedrijf werd afgewenteld. Tegen het einde van het verslagjaar zag onze afdeling zich dan ook genood zaakt zich ernstig af te vragen, hoe de overheid tot het inzicht gebracht zal kunnen worden, dat het huidige belastingtarief fnuikende gevolgen voor het bedrijf heeft, en even ernstig te overwegen, of een ongewijzigde voortzetting der exploitatie op deze basis verantwoord geacht mag worden. Er kon reeds gecon stateerd worden dat men allerwegen naar middelen ter verlaging der bedrijfslasten zoekt en het spreekt vanzelf, dat een te sterke beknotting der uitgaven nood zakelijkerwijs moet leiden tot een verslechtering van inrichting en outillage der theaters en dat de neiging tot een zo groot mogelijke beperking van bedrijfsrisico 's een daling van het artistieke en culture niveau der filmprogramma's ten gevolge moet hebben. Behalve aan de problemen der vermakelijkheidsbelasting wijdde onze afdeling zich in een achttal vergaderingen aan verscheidene andere onderwerpen. Zo kwam het advertentiebesluit wederom ter sprake, omdat nog steeds de handhaving van dit besluit in gevaar werd gebracht door de dagbladadvertenties der filmverhuur kantoren; het overleg met de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders om tot een redelijke

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 106