AFDELING HET ZUIDEN 119 HET gevoel van zorg en onzekerheid voor de toekomst, dat men kan waar nemen overal in de wereld, heeft ook zijn stempel gedrukt op het bedrijfsleven in onze afdeling, gedurende het jaar 1948, evenzeer trouwens als op het gehele Nederlandse bioscoopbedrijf. Reeds in het begin van het afgelopen jaar werden onze exploitaties belast met een vermakelijkheidsbelasting van 35%, voor sommigen onzer bedrijfsgenoten zelfs meer, en hoewel het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond er in slaagde een geprojecteerde, nog hogere, vermakelijkheidsbelasting voor het over grote deel onzer leden te keren, heeft de practijk in het afgelopen jaar wel bewe zen, dat ook de 35% een onbillijke en ondragelijke last is, die voor ons gehele bedrijf in de toekomst funest zal worden. Gelukkig wijst het feit, dat ons officieus werd medegedeeld, dat momenteel reeds in circa 70 Nederlandse gemeente weder om 20/120 respectievelijk 20% wordt geheven, er op, dat het Hoofdbestuur in deze niet stil is blijven zitten en zal het de taak zijn van het Hoofdbestuur in het nieuwe jaar deze strijd met kracht voort te zetten en de plicht van elk onzer doeltreffend mede te werken, opdat wij in een nabije toekomst wederom de gelegen heid krijgen, onze bedrijven op een behoorlijke manier te exploiteren, met een vermakelijkheidsbelasting van maximum 20/120. Een tweede kwestie die de leden onzer afdeling in het afgelopen jaar veel hoofdbrekens bezorgde, was het vertonen der verplichte culturele filmpjes. Het valt niet te loochenen, dat deze verplichting voor ieder van ons grote bezwaren mede brengt. Afgezien van het feit dat zeer vele exploitanten de te betalen extra huur- percentages eigenlijk niet kunnen opbrengen, is overigens in de practijk gebleken, dat de meeste dezer filmpjes de toets der kritiek niet kunnen doorstaan en meestal in een overigens goed verzorgd programma geheel uit de toen vallen. In vele geval len gaf het publiek op luidruchtige wijze blijk van zijn ontevredenheid bij deze onderdelen van het programma, zodat vele leden ten einde raad de vertoningen dezer filmpjes van week tot week hebben uitgesteld en zich óók nu nog afvragen hoe zij op een behoorlijke wijze aan de hun opgelegde verplichting in deze zullen moeten voldoen. Deze moeilijkheden zijn niet alleen klemmend in onze afdeling, zodat door enige leden van de Afdelingsraad, waaronder óók de vertegenwoordigers onzer afdeling aan het Hoofdbestuur is verzocht op korte termijn aan de Ledenraad voorstellen te doen tot afschaffing dezer bij vrijwel niemand sypathiekc verplichting. Wij spreken de hoop uit. dat door het Hoofdbestuur in het komende jaar hier een voor allen bevredigende oplossing zal worden gevonden. Behalve de reeds genoemde en nog andere moeilijkheden als b.v. de steeds zwaarder wordende druk der belastingen in het algemeen, bracht 1948 aan vele ieden onzer afdeling zorgen in verband met het thans over vrijwel de gehele linie teruglopend bezoek aan de theaters en met de daarmede gepaard gaande vermin dering der recettes, hetgeen een zeer ongunstige invloed heeft op de rentabiliteit der exploitaties. Ongetwijfeld zal in het komende jaar van ieder onzer het uiterste worden gevergd aan doorzicht en voorzichtigheid, waarbij niet in laatste instantie zal moeten worden gedacht aan de voor de tegenwoordige omstandigheden alge meen geldende vrij hoge filmhuurpercentages, die bijzonder voor onze leden, die theaters exploiteren in kleinere plaatsen, in vele gevallen reeds niet meer op te brengen zijn. Meerdere voorstellen ter verbetering van deze toestand zijn reeds in het afgelopen jaar het voorwerp ener grondige bespreking geweest, doch waar óók de filmverhuurders in deze kwestie partij zijn, kon men tot heden niet tot bevre digende resultaten komen, hoewel de algemene toestand in ons bedrijf hier een oplossing binnen korte tijd wel tot dwingende noodzaak zal maken. Met grote belangstelling heeft in het afgelopen jaar het bestuur der afdeling het ontstaan en de ontwikkeling gevolgd der auteursrecht-processen, waarmede meer dere leden der afdeling na de vertoning van Franse films onaangenaam werden

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 121