KEURINGSCOMMISSIE VAN BIOSCOOPTECHNISCHE APPARATEN 21 examen 13 operateurs deel, die geen cursus hadden gevolgd. Van hen slaagden er 5. In het begin van het verslagjaar besloot de Stichting op aandrang van de operateurs tot het organiseren van een schriftelijke oplei dingscursus, speciaal bestemd voor de in het bedrijf werkende operateurs, die het diploma willen behalen. Daarbij moet in aan merking worden genomen, dat van Bondswege is bepaald, dat op 1 September 1950 iedere bioscoopoperateur in het bezit moet zijn van een door de Stichting uitgereikt diploma. Daarvan zijn vrij gesteld de operateurs, die ten minste 5 jaar als zelfstandig operateur hebben gewerkt, Tot dusverre zijn 458 vrijstellingen uitgereikt. Voor de schriftelijke cursus meldden zich in Februari niet minder dan 340 leerlingen aan. Aan het einde van het verslagjaar was dit aantal geslonken tot 238. Wij beschouwen de opleiding van de operateurs als een bedrijfs belang van de eerste grootte. Een groot aantal leden heeft dit inge zien en deze leden hebben hun personeel tot deelneming aan de cursus gebracht door een deel van de leskosten voor hun rekening te nemen. Wij hopen, dat alle leden hetzelfde zullen gaan doen. Wegens overdrukke werkzaamheden trad de heer B. Meenhorst als bestuurslid van de Stichting af. In zijn plaats werd als vertegen woordiger van de Rijksbrandweerinspectie benoemd de heer J. B. Roelofs. Het Hoofdbestuur heeft in 1946 goedgekeurd een door de Tech nische Commissie ontworpen plan om minimumeisen op te stellen, waaraan nieuwe bioscooptechnische apparaten moeten voldoen, met dien verstande, dat er geen enkel nieuw apparaat aan het bedrijf zal mogen worden geleverd, dat niet voorzien is van het keur van de Bioscoop-Bond; deze keur zal dan het bewijs zijn, dat het apparaat aan de gestelde eisen voldoet. Met het ontwerpen van deze eisen is een Commissie belast, waarin zitting hebben de heren Ir, G. de Zoeten, Voorzitter, Ir. J. Bekink, waarnemend Secretaris, J. J. L. Gielisse, Prof. Dr. Ir. C. W. Kosten, Ir. E. W. van Heuven, Ir. L. L. Mulder, Ir. F. van Drunen en W. G. Sips, leden. Het ligt in de verwachting, dat in 1949 de eisen voor de verschil lende apparaten voltooid zullen zijn en dat met het keuringswerk een aanvang zal worden gemaakt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 21