Het verslag der Commissie-Sassen De Commissie in zake Herziening van de Bioscoopwet bood op 1 Juni aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, het verslag van haar werkzaam heden aan, vergezeld van een ontwerp Gewijzigde Bioscoopwet met uitvoerige toelichting, alsmede van een ontwerp Gewijzigd Bio- scoopbesluit, eveneens rn.et toelichting. De Commissie, bij besluit van 18 December 1946 ingesteld en op 12 Februari 1947 door de Minister van Binnenlandse Zaken geinstalleerd, had in hoofdzaak tot taak na te gaan in hoeverre de bestaande Bioscoopwet in het algemeen nog beantwoordt aan de eisen, welke in de huidige tijd daaraan moeten worden gesteld. De opdracht aan deze Commissie vond zijn oorzaak in de omstan digheid, dat na de Bevrijding opnieuw het besef levendig is ge worden, dat de culturele mogelijkheden van de film meer dan tot dusverre dienen te worden gestimuleerd en tot haar recht gebracht. De voornaamste punten uit dit rapport kunnen als volgt worden samengevat: De Commissie heeft de vraag of, en zo ja, in hoeverre bij de keuring van films een positief criterium dient te worden aange legd, ontkennend beantwoord. In het licht van de na-oorlogse ontwikkeling van de Neder landse Bioscoop-Bond, inzonderheid met het oog op de culturele initiatieven, die deze organisatie heeft genomen, meent de Com missie eenstemmig, dat geen aanleiding bestaat voor het treffen van een wettelijke voorziening om de verhouding tussen Neder landse Bioscoop-Bond en de verenigingen, die zich bezighouden met het propageren van goede films, te regelen. De Commissie meent, dat het huidige negatieve criterium voor volwassenen gehandhaafd kan blijven, waarbij zij ervan uit gaat, dat de Centrale Commissie voor de Keuring van Films de gestelde normen met gestrengheid toepast. De Commissie adviseert eenstemmig aan de Ministers een alge heel verbod van filmbezoek voor kinderen beneden veertien jaar in te voeren met de volgende twee uitzonderingen: 1. ten aanzien van voorstellingen, waar films vertoond wor den, welke goedgekeurd zijn voor alle leeftijden: voor kinderen, welke onder geleide van hun ouders, voogden, onderwijzers of an dere opvoeders staan; 2. ten aanzien van kinderfilms: voor alle kinderen. De Commissie heeft besloten de Ministers te adviseren de mo gelijkheid tot gemeentelijke nakeuring uit artikel 4 van de Wet te schrappen. Aan het rapport is een minderheidsnota toegevoegd, waarin wordt voorgesteld de nakeuring te handhaven. 36

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 36