ter te Valkenburg, het Royal Theater te Weert en het Royal Theater en het Harmonie Theater te Roermond. In al deze gevallen betreft het vertoningen met Franse films. Resp. bij vonnis van 8 December 1948 en van 1 December 1948 werden BUMA's vorderingen toegewezen in de processen tegen Cinema Parisien te Eindhoven en het Metropole Theater te Til burg. In beide gevallen is appèl aangetekend bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. In zake de overige procedures waren aan het einde van het verslagjaar nog geen vonnissen aan de betrokkenen betekend. Een nieuwe ontwikkeling Valt er omtrent de afloop van de onderwerpelijke cassatie-proce dures bij de Hoge Raad, aan het einde van het verslagjaar niets met zekerheid te voorspellen, de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat te zijner tijd de onderhandelingen met BUMA zullen worden hervat. In de loop van het jaar bereikten ons berichten uit het buiten land, die wijzen op een groeiend verzet van de exploitanten ten aanzien van de onverschillige houding van de producenten met betrekking tot de muziekopvoeringsrechten. Zo werden door de Fédération Nationale des Cinémas Francais, waarbij een 4000 bioscoopexploitaties zijn aangesloten, met de SACEM en met de organisatie der producenten enerzijds en door de SACEM met de producenten anderzijds overeenkomsten ge sloten, welke uiteindelijk ten gevolg zullen hebben, dat met ingang van 1 Juli 1949 van de \x/%%. die de Franse exploitanten van hun netto-recettes aan muziekauteursrechten moeten betalen aan de SACEM, de producenten 1.2% voor hun rekening zullen nemen. In de Verenigde Staten van Amerika hebben de bioscoop exploitanten de betaling voor muziekauteursrechten aan de Ame rican Society of Composers, Authors and Publishers (ASCAP) gestaakt tengevolge van vonnissen, die door het United States District Court te Minneapolis en het New York Federal Court werden gewezen in procedures tussen bioscoopexploitanten en ge noemd auteursrechtbureau. In beide uitspraken hebben de rechters verklaard, dat de componist over de betaling van opvoeringsrech- ten van de muziek, die zij voor de films componeren, met de pro ducenten dienen te onderhandelen en dat contracten waarbij zij deze opvoeringsrechten reeds bij voorbaat aan ASCAP verlenen, onwettig zijn. ASCAP heeft hoger beroep aangetekend, doch ook het Ministerie van Justitie van de Verenigde Staten heeft tegen dit bureau op grond van de anti-trustwetten een procedure aan gespannen. 48

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 48