tot gevolg gehad dat de oorspronkelijke plannen der Regering tot het heffen van de abnormaal hoge belasting van 45% werden ge wijzigd, maar heeft niet kunnen voorkomen dat een aanzienlijke verhoging der vermakelijkheidsbelasting heeft plaats gevonden. Inmiddels waren onderscheidene gemeenten, waaronder de drie grootste, overgegaan tot een uniforme heffing van 35 'c/< zonder invoering van de oorspronkelijk door de Ministers gesuggereerde clausule. Bij de behandeling van het wetsontwerp Noodvoorziening Gemeentefinanciën in de Tweede Kamer, welke omstreeks medio Juni plaats vond, bleek trouwens duidelijk, dat de Ministers geen ingewikkelde regeling meer voor het vertonen van 500 meter arti kel 1-film eisten. Het kortingsartikel werd ten slotte door de Kamer toch aanvaard, doch niet, dan .nadat de Minister gedreigd had met intrekking van het gehele wetsontwerp. Als gevolg van bepaalde verklaringen door Colleges van Burge meester en Wethouders of door sommige vertegenwoordigers van Raadsfracties afgelegd zijn enige misverstanden ontstaan. In ver band hiermede heeft het Hoofdbestuur in het Officieel Orgaan de verklaring afgelegd, dat er geen sprake van is, dat er tussen de Bioscoop-Bond en de betreffende autoriteiten een overeenkomst of een afspraak heeft bestaan omtrent de heffing van 35 gesteld dat het dan mogelijk zou zijn om op het stuk van belastingheffing afspraken met de Overheid te maken. Sommige gemeenten bleken op gezag van ambtelijke verklaringen zelfs de mogelijkheid die de Minister liet om het laagste heffings percentage toe te passen, gemakshalve te verwerpen en daarvoor in de plaats het percentage van 40 of 45 te stellen. Behalve dat met deze heffing, evenzeer als met de andere, de grens van het econo misch verantwoorde werd overschreden, werd daarbij in het bijzon der getuigenis afgelegd van de laatdunkendheid, waarmede men in bepaalde kringen dacht dit bedrijf te kunnen behandelen. Het Hoofdbestuur heeft niet geaarzeld om in samenwerking met de be trokken exploitanten, indien deze gemeentebesturen zich voor een redelijk verzoek doof hielden, maatregelen te nemen, waardoor deze gemeenten zich in de loop van dit jaar belangrijke baten voor haar kas zagen ontgaan, waarna de plaatselijke Overheid wel voor rede vatbaar bleek. Eveneens ontstond een ernstig misverstand door de maatregelen van de Prijsbeheersing. Burgemeester en Wethouders van Amster dam en met hen vele andere Colleges van Burgemeester en Wet houders verklaarden namelijk, dat bij een eventuele belastingverho ging tot 35niet de bezoekers, doch uitsluitend de bioscoop exploitanten zouden worden getroffen. De Prijzenbeschikking hield wel een bepaalde verlaging van het netto-gemiddelde van de entree prijs in, wat niet betekende dat in bepaalde voorstellingen de rangen 59

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 60