omzetbelasting is verschuldigd over het totaal der recettes; dat deze omzetbelasting reeds is voldaan door de bioscoopexploitanten, zodat verdere betaling van omzetbelasting, door het verhuurkan toor gedaan over het haar toegedeelde percentage der recette, ten onrechte is geschied, De Tarief commissie heeft de beschikking van de Inspec teur gehandhaafd, waarbij zij overwoog, dat het onderhavige beroep voor appellante geen vruchten kon opleveren, omdat daargelaten hoeveel omzetbelasting uiteindelijk de bioscoopexploitanten en de filmverhuurders tezamen mogen verschuldigd zijn appellante niet meer heeft betaald dan de door haar verschuldigde belasting; dat indien haar stelling juist zou zijn, anderen haar contract partijen, de bioscoopexploitanten, voor zichzelf teveel omzetbelas ting hadden betaald; dat echter gesteld noch gebleken was, dat deze exploitanten het beweerdelijk voor zichzelf teveel betaalde, hadden voldaan in naam van appellante en daarmede haar belas tingschulden hadden voldaan; dat dus zelfs indien de Tariefcom missie appellante zou willen volgen in haar principieel betoog, hieruit zou voortvloeien niet een aanspraak van appellante op te ruggaaf van teveel betaalde omzetbelasting, maar wel een recht op teruggaaf toekomende aan de bioscoopexploitanten. Bij zijn afwijzende 'beschikking op het bezwaarschrift van de bioscoopexploitante, had de Inspecteur der Invoerrech- tenenAccijnzen te Rotterdam overwogen, dat reclamante hier te lande een aantal bioscopen exploiteert en als zodanig onder meer omzetbelasting verschuldigd is over de ontvangen bedragen ter zake van het geven van bioscoopvoorstellingen, op welke ontvangsten slechts de voor de opdrachtgevers zijnde de bioscoopbezoekers aan belasting gedane uitschotten in mindering gebracht mogen wor den; dat hieronder niet zijn te verstaan de bedragen, welke recla mante ingevolge de filmverhuurcontracten aan de verhuurders van filmrollen moet voldoen, ter zake van het door de verhuurders aan haar afstaan van het recht van vertoning van filmrollen, waartoe het daarbij behorend materiaal als filmrol, eventueel gramofoon- platen enz. eveneens aan reclamante in gebruik wordt gegeven; dat evenmin aangenomen kan worden, dat reclamante met ver huurders zodanige nieuwe organisaties vormt, dat er sprake is van het ontstaan van nieuwe bedrijven in de zin van het Besluit op de Omzetbelasting 1940, waarvan de verhuurder en reclamante als gezamenlijke ondernemers zouden zijn aan te merken; dat overeenkomsten tussen reclamante en de verhuurders gesloten, veeleer het karakter hebben van overeenkomsten tot huur en ver huur, althans tot het verrichten van bepaalde diensten, waabij re clamante haar zelfstandigheid volledig behoudt, zelf risico blijft lopen en geheel naar eigen inzicht kan handelen; dat de verhuur ders zelfs het recht missen om enige invloed uit te oefenen op de samenstelling van de bioscoopvoorstellingen; dat het aan de ver- 63

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 64