DEVIEZEN ^IFSCHOON door de vaststelling van het Bedrij f sbesluit in zake de Uitvoering der Deviezenregeling door de Ledenraad op 25 Augustus 1947 een quotering van maximaal 32 (minimaal 28) Amerikaanse en maximaal 24 (minimaal 20) Europese vertonings weken werd vastgesteld, was te voorzien dat met de verkregen toewijzing aan dollars geen 32 Amerikaanse weken zouden kunnen worden betaald; nochtans achtte men dit aantal als economisch minimum noodzakelijk. Een in het begin van het verslagjaar ingesteld onderzoek naar de deviezensituatie wees evenwel uit, dat het verbruik aan dollar deviezen gedurende de eerste vier maanden van het deviezenjaar, dat van 1 September 1947 tot en met 30 Augustus 1948 liep, zodanig was, dat er gerekend naar een gelijkmatige verdeling van het jaar contingent, gevaar bestond voor een belangrijke overschrijding van dit contingent. Dit zou tot gevolg gehad kunnen hebben, dat het maximum aantal vertoningsweken met Amerikaanse hoofdfilms voor de tweede helft van dit deviezenjaar tot 10 moest worden verminderd. Het Hoofdbestuur was evenwel van oordeel, dat alles in het werk moest worden gesteld om in het komende deviezenhalfjaar, ingaande 27 Februari, het maximum aantal van 16 verto.ningsweken met Amerikaanse hoofdfilms te behouden, zoals dit in het Bedrij f sbesluit Deviezenregeling was voorzien. Het Hoofdbestuur nam met de Deviezenafdeling van het Bonds bureau een plan in studie om met de nog beschikbare dollardeviezen het vastgestelde aantal vertoningsweken te handhaven. Inmiddels deelde deze Afdeling in overleg met het Hoofdbestuur aan de leden mede, dat, voor de duur van zes weken geen beslissingen op de deviezenaanvragen konden worden genomen en geen invoer vergunningen konden worden verleend, terwijl alle tot dusverre aan de leden-filmverhuurders bekend gemaakte beslissingen uiter aard van kracht bleven en ook van alle reeds verleende invoerver gunningen gebruik kon worden gemaakt. Hoewel met de bevoegde autoriteiten door het Hoofdbestuur ter stond contact was opgenomen, zou het tot einde Mei duren alvorens de resultaten hiervan aan de leden konden worden medegedeeld. Inmiddels was het Hoofdbestuur verplicht per circulaire de aandacht van de leden erop te vestigen, dat het maximum aantal vertonings weken met Amerikaanse hoofdfilms voor de tweede helft van het lopende deviezenjaar aanzienlijk zou moeten worden verminderd,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1948 | | pagina 6