Diversen
97
een reductie op de vermakelijkheidsbelasting zou worden verleend, voor de
gemeente 's-Gravenhage geen effect zou sorteren, daar uit een ingesteld onder
zoek gebleken was dat geen enkel theater bereid zou zijn door deze veran
dering wederom orkesten en/of variété te engageren.
Tevens werd erop gewezen, dat door de heer Nollens (voorzitter N.O.M.A.)
een verkeerde voorlichting aan het gemeentebestuur was gegeven en dat de
orkesten en variété niet na de verhoging der vermakelijkheidsbelasting uit de
Haagse bioscopen verdwenen waren, maar dat dit reeds vóór de verhoging
had plaats gevonden.
Ondanks de door ons ingebrachte bezwaren, die ook van principiële aard
waren, daar wij geen voorstanders van differentiëring der vermakelijkheids
belasting zijn, werd de belasting toch verlaagd.
De door de Minister van Binnenlandse Zaken gegeven antwoorden op
vragen van de heer Nederhorst in de Tweede Kamer, wezen uit, dat thans
ook in ministeriele kringen aandacht wordt geschonken aan de vermakelijk
heidsbelasting, waardoor de hoop versterkt wordt dat de huidige heffing binnen
afzienbare tijd toch zal worden gewijzigd.
De Afdeling onderhield de aangenaamste betrekkingen met alle gemeen
telijke autoriteiten.
Bij het 60-jarig bestaan van de Haagse Brandweer richtte de Afdeling zich
tot verschillende Haagse bedrijven om een kleine fonds te stichten, ten einde
het corps brandweerlieden in de gelegenheid te stellen enige gezellige avonden
te arrangeren. Het bijeen gebrachte bedrag werd door de Secretaris op de
herdenkingsplechtigheid, gehouden in de aula van het Gemeentemuseum, aan
de corpscommandant, de heer Otten, overhandigd.
Het theaterpark in Den Haag onderging in 1949 wederom uitbreiding en
wel door opening van het Theater De Roskam te Loosduinen, onder leiding
van de heer S. C. Barnstijn.
Ondanks zeer ernstige protesten van het Afdelingsbestuur vernietigde de
Commissie Beroep Nieuwe Zaken een in eerste instantie gegeven uitspraak, zodat
de Maatschappij voor Cinegrafie N.V. toestemming verkreeg om in de aula
van het Gemeentemuseum een nieuwe exploitatie te gaan vestigen.
In November 1949 ontving de Afdeling een concept-lconovereenkomst voor
werknemers in h*t Bioscoopbedrijf, zodat naar zij hoopt, spoedig een vaste
regeling voor werktijden en lonen ook in cie Haagse afdeling lot stand zal
komen. Ofschoon door het voortdurend contact, dat tussen het Afdelings
bestuur en de werknemersorganisaties; testend, van enige wantoestand in
Den Haag niet kon worden gesproken, juicht zij van harte elke maatregel
toe, die er toe kan medewerken de goede verstandhouding tussen werknemers
en werkgevers te bestendigen.
Moest in het vorig Jaarverslag vermeld worden, dat een eventuele huur-
verlenging voor de Corso Cinema nog in behandeling was, thans is bekend
dat de daarvoor ingestelde arbitragecommissie uitspraak heeft gedaan en
de Erven Chermoek niet tot huurverlenging heeft toegelaten, zodat zeer binnen
kort de Corso Cinema weer zal worden geopend, thans echter onder een nieuwe
directie.
Uit door het Bondsbureau verstrekte gegevens blijkt dat het jaar 1949 ten
opzichte van 1948 een ernstige daling der ontvangsten te zien geeft.
Voor Den Haag is deze daling 20% (twintig) der netto-recettes en het
verloop hiervan is als volgt: