AFDELING HET NOORDEN 102 TER voldoening aan het bepaalde in artikel 12 van het Uniform Reglement van de Provinciale en Plaatselijke Afdelingen van Exploitanten heb ik de eer U aan te bieden het Jaarverslag van onze Afdeling over het jaar 1949. In mijn vorig jaarverslag schreef ik: Moeilijke tijden zullen ons onge twijfeld te wachten staan, de cijfers betreffende de teruggang van het bioscoop bezoek zijn onrustbarend, de vermakelijkheidsbelasting drukt onevenredig zwaar op onze exploitaties en wij zullen met kracht tegen deze onbillijke druk moeten strijden". En thans, nu wij een jaar verder zijn, is het mij helaas niet mogelijk een meer optimistisch geluid te laten horen. De teruggang in het bezoek heeft zich in het afgelopen jaar voortgezet, doch de belastingdruk is nog steeds niet verminderd. Ondanks de onvermoeide pogingen van het Hoofdbestuur de Overheid er van te overtuigen, dat met een vermakelijkheidsbelasting van 35 onze bedrijven onder de huidige omstandigheden niet langer rendabel zijn te exploiteren, is tot heden van een algemene verlaging nog geen sprake. Er werden diverse plaatselijke acties ondernomen, waaronder die te Gouda wel het meeste stof heeft doen opwaaien, en zelfs in de Tweede Kamer doordrong. Het resultaat was in ieder geval dat de Minister van Binnenlandse Zaken bereid bleek het vraagstuk opnieuw onder ogen te zien, indien daartoe behalve van de zijde van de bioscoopexploitanten ook van de zijde der gemeenten algemeen de wens te kennen werd gegeven. De Minister wilde een onderzoek echter slechts in overweging nemen, indien geen acties als die te Gouda meer voor kwamen. Hoewel de Goudse exploitanten naar aanleiding van deze ministeriële ver klaring, daartoe geadviseerd door het Hoofdbestuur, hun zaken wederom geopend hebben en de Bondsleden reeds medio October iedere actie hebben gestaakt, had het door de Minister aan het Hoofdbestuur toegezegde onderhoud aan het einde van het verslagjaar nog niet plaats gevonden. Laten wij hopen dat dit de gewenste resultaten mag opleveren. Inmiddels werden in onze Afdeling plaatselijk pogingen gedaan cm tot verlaging van deze ongemotiveerde belastingheffing te geraken en onder meer te Veendam en Winschoten bleken de gemeentebesturen bereid deze terug te brengen tot 20 respectievelijk 25 maar deze besluiten zijn tot heden nog niet door de Gedeputeerde .Staten en de Kroon goedgekeurd. Meerdere verzoeken tot verlaging zijn nog in behandeling. Veel zal echter afhangen van het standpunt dat de regering in deze zal innemen. Dat het bioscoopbezoek zou dalen in verband met de steeds stijgende kosten van het levensonderhoud was te verwachten, doch moeilijk is het om vast te stellen hoelang deze teruggang zich zal voortzetten. Ik geloof niet, dat wij het einde reeds hebben bereikt, omdat de verhoging van de salarissen en lon.en geer. gelijke tred houdt met die van de kosten der dagelijkse behoeften. Aangezien het uiterst moeilijk zal zijn de exploitatiekosten te verminderen, ligt de enige oplossing om tot een lonende exploitatie te geraken in de toekomst in een verlaging der vermakelijkheidsbelasting en filmhuren. Reeds thans zijn enige exploitanten in onze Afdeling overgegaan tot ver mindering van het aantal voorstellingen. Laten wij hopen, dat het komende jaar een zodanige verlichting van lasten zal brengen dat het nemen van meerdere dergelijke maatregelen niet nodig zal zijn. Daar tengevolge van de door de Hoge Raad in Maart van het verslagjaar gewezen vonnissen in enige, oorspronkelijk door het Bureau voor MuzieK- auteursrecht aangespannen, procedures vast kwam te staan, dat de Neder landse bioscoopexploitanten vergoeding verschuldigd zijn voor de door middel van de film in hun theaters ten gehore gebrachte muziek, kon Buma aan het bedrijf hoge eisen stellen. Het Hoofdbestuur is er na langdurige onderhande lingen evenwel in geslaagd voorwaarden te verkrijgen, waaraan het in de gegeven omstandigheden mogelijk is te voldoen. De strijd is hiermede echter

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1949 | | pagina 106