94
Hangende dit overleg besloot de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders voorlopig
niet meer te doen adverteren in de op Donderdag verschijnende dagbladen
terwijl onze Afdeling het kaderformaat enigszins vergrootte
Hoewel aan het einde van dit jaar nog geen beslissing in deze kwestie
was gevallen, mag hier toch wel worden gememoreerd, dat het overleg tot
bevredigend resultaat heeft geleid. Immers de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
heeft besloten om op Donderdag geen advertenties meer te plaatsen op dezelfde
pagina als waarop de kaderannonce verschijnt en om het maximum aantal
mm regels van hun advertenties in de dagbladen te Amsterdam, Rotterdam
en Den Haag te bepalen. Het Afdelingsbestuur heeft bij de eerstvolqende
ledenvergadering een voorstel aanhangig gemaakt, dat hierop neerkomt, dat
op dezelfde pagina als de kaderannonce geen andere advertenties mogen worden
geplaatst en dat het maximum aantal mm. regels van hun andere advertenties
wordt bepaald.
Het Bestuur heeft in het afgelopen jaar verschillende malen aan het Hoofd
bestuur een advies uitgebracht, zowel betreffende een inschrijving in het
Bedrij sregister (aanvrage van de NV. Tuschinski in zake de overname van
het Noggerath Theater en de aanvrage van de heer B. A. G. Heemskerk
inzake overname van het Prinsen Theater) als met het oog op de behandeling
van een aantal ontwerp-bedrijfsreglementen.
Inzonderheid heeft het Bestuur contact gehad met vertegenwoordigers van
de organisaties der werknemers ter zake van bepaalde wensen van laatstge
noemden. Voorzover er kwesties waren, waren zij meestel van geringe betekend
en konden zij tot wederzijds genoegen worden opgelost. In een van de ver
gaderingen aan het eind van het jaar behandelde het Bestuur een kwestie tussen
een van de grote leden en zijn personeel, dat vertegenwoordigd werd door
Het Afdelingsbestuur vermeldt met trots, dat zijn Voorzitter, die tevens lid
is van het Hoofdbestuur, bij tal van gelegenheden een grote activiteit aan de
dag heeft gelegd, speciaal wat betreft de kwesties van Prijsbeheersing en het
contact met de arbeidersorganisaties.
Onze Voorzitter trad op als Voorzitter van de Commissie Indeling Bioscoop
bedrijven en Prijsvaststelling Bioscoopvoorstellingen en was tevens als Voor
zitter van de desbetreffende Commissie belast met de voorbereiding van een
regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden in het bioscoopbedrijf D»zc
regeling heeft inmiddels bij beschikking van het College van Rijksbemiddelaars
verbindende kracht gekregen en is gepubliceerd in de Staatscourant van 2
Februari 1950.
Het Bestuur had voorts bemoeienis met de vaststelling en berekening van
de advertentietarieven, welke in het afgelopen jaar enigszins zijn verhoogd.
De kosten van de opmaak van de wekelijkse advertentierubriek konden daaren
tegen worden verlaagd.
Op voorstel van het Bestuur werd besloten op 4 Mei de bioscopen na
6.00 ,uur te sluiten in verband met de nationale herdenking van de tijdens de
oorlog gevallenen.
In de loop van het verslagjaar werd het Bestuur er toe genoopt om twee
leden van de Afdeling te waarschuwen ter zake van het feit, dat zij reclame
aan de gevel hadden gemaakt, die in strijd was met de goede naam van het
bedrijf.
Het Bestuur heeft met de verschillende Colleges in de Bond de beste relaties
onderhouden. Er was meermalen contact met het Hoofdbestuur, het Bestuur
van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en met het Bestuur van de zuster
afdelingen Rotterdam en VGravenhage.
De in Februari 1949 periodiek aftredende Bestuursleden Mevrouw J. P C
Nöggerath-Lucas en de heren H. S. Boekman en W. F. Dubbeldeman werden