95 Ook heeft zich in het afgelopen jaar het verschijnsel voorgedaan, dat leden geschenken of prijzen aan de bezoekers offreren. Naar aanleiding daarvan zond het Bestuur een circulaire aan de leden, waarin het tegen een te grote uitbreiding van deze reclamevorm waarschuwde uit vrees voor een herinvoering van het funeste cadeaustelsel, het bederf van de entreeprijzen en de waarde vermindering van de film. In het kader van het Holland Festival werden gedurende enige weken tijdens de zomermaanden evenals het vorig jaar filmmanifestaties gegeven in ver scheidene Amsterdamse bioscopen, die overal een groot succes werden. Per 1 Januari 1950 trad in werking de regeling van lonen en andere arbeids voorwaarden in het bioscoopbedrijf. Het overleg met personeelsorganisaties geschiedde hoofdzakelijk via de Sociale Commissie. Omstreeks Juni ontstonden in Amsterdam moeilijkheden ten aanzien van de werkboekjes, omdat een groep operateurs op communistisch initiatief weigerden deze boekjes ter controle bij de Stichting Instituut voor Opleiding van Tech nisch Bioscooppersoneel in te leveren. Gevreesd werd namelijk, dat na inlevering wijzigingen in de boekjes zouden worden aangebracht, die tot functieverlaging met daaraan gekoppelde loonsverlaging zouden kunnen leiden. Voor dit doel was een zogenaamd actiecomité gevormd. De actie is in betrekkelijk korte tijd verlopen zonder dat daarvan noemenswaardige hinder is ondervonden. In de niet erkende werknemersorganisatie, de A.N.B.T., welke duidelijk onder communistische invloed bleek te staan, deed zich splitsing voor. De voorzitter van deze bond stichtte een onafhankelijke organisatie, tot welke organisatie vele voormalige A.N.B.T. leden toetraden. De invoering van de loonregeling geschiedde in het algemeen vrij vlot. Bij de invoering van de 5 loonsverhoging in September 1950 bleek tussen de per soneelsorganisaties en de leden van de Bond verschil van mening te bestaan ten aanzien van de verhoging van de lonen van personeel, dat op verval werkt. De organisaties stelden zich op het standpunt, dat de 5 onmiddellijk moest worden uitgekeerd en wel berekend volgens het garantieloon, terwijl daarentegen de bioscoopondernemers van mening waren, dat geen verhoging behoefde te wor den uitgekeerd, behoudens in gevallen waarin kan worden aangetoond, dat het ga rantieloon plus 5 door dit personeel niet wordt gehaald. De Sociale Com missie bevestigde dit standpunt. In een nummer van de P.F.T. (de moderne organisatie van bioscooppersoneel) verscheen een artikel, waarin op minderwaardige wijze geschreven was over de Voorzitter van de Afdeling Amsterdam, zulks in zijn functie van Voorzitter van de Sociale Commissie. Het Hoofdbestuur van de Bond heeft zijn ernstige grieven tegen deze publicatie in een bespreking met vertegenwoordigers der personeelsorganisaties tot uiting gebracht. De bioscopen waren ook dit jaar op de vierde Mei, de Nationale Herden kingsdag, na zes uur gesloten. Het contact met het Hoofdbestuur had steeds een prettig verloop. Het Afdelingsbestuur adviseerde het Hoofdbestuur en de Commissie Nieuwe Zaken met betrekking tot de aanvragen betreffende het overnemen van bioscopen, respectievelijk het gaan exploiteren van nieuwe bioscopen. De zaken van de CV. Lichtspel Centrum, de CV. Rema, de Handelsven nootschap tot Exploitatie van het Asta Theater, de heer A. B. M. van Royen. de CV. Hallen Theater en de N.V. Aton, gingen gezamenlijk op in een nieuwe N.V., namelijk de N.V. Holland Film, onder dezelfde directie als voorheen. Alleen de heer A. B. M. van Royen trad uit de zaken. Hij diende later een aanvrage in om toestemming tot het gaan exploiteren van een permanente bioscoop in Theater De La Mar aan de Marnixstraat te Amsterdam. Het Bestuur der Afdeling Amsterdam adviseerde de Commissie Nieuwe Zaken de

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 101