AFDELING HET NOORDEN 104 'T'ER voldoening aan het bepaalde in artikel 12 van het Uniform Reglement -*- van de Provinciale en Plaatselijke Afdelingen van Exploitanten heb ik de- eer U aan te bieden het Jaarverslag van onze Afdeling over het jaar 1950. Helaas is het nog niet mogelijk over het afgelopen jaar een meer optimistisch geluid te laten horen dan over het voorafgaande. Het belastingvraagstuk wacht nog steeds op een oplossing en naar het zich laat aanzien is deze in de nabije toekomst niet te verwachten. Weliswaar heeft de Minister van Binnenlandse Zaken de toezegging gedaan dit vraagstuk nader onder ogen te zien en werd een Interdepartementale Commissie benoemd, doch gunstige resultaten hebben wij hiervan nog niet kunnen ontdekken. Evenmin hebben de gemeenten haar vrijheid van handelen herkregen, zodat geen enkele der grote gemeenten tot belastingverlaging is overgegaan. In verband met de economische toestand van ons land en de internationale spanningen in de gehele wereld lijkt mij de kans op deze verlaging voorlopig zeer gering. Toch zijn in onze Afdeling meerdere successen geboekt en wel als gevolg van individuele pogingen door de leden bij hun gemeentebesturen ondernomen. In het bijzonder zijn in de Provincie Groningen in het afgelopen jaar meerdere verlagingen bewerkstelligd. In de eerste plaats werden de besluiten van de gemeenten Veendam en Winschoten, die hadden verlaagd tot respectievelijk 20 ü/n en 25 °/o, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Voorts gingen de volgende gemeenten tot verlaging over: Wildervank en Hoogezand van 30 u/o tot 20 Uithuizen van 25 tot 20 °/o en Oude Pekela van 20 °/o tot 15 °/o, zodat thans in deze provincie alleen in de gemeenten Groningen en Vlagtwedde nog 35 °/ij wordt geheven; voorwaar een prachtig resultaat. Laten wij hopen dat ook deze gemeentebesturen het goede voorbeeld van hun collega's mogen volgen, evenals die van de gemeenten in de andere provincies, die nog achterbleven. Inderdaad maakt Groningen een gunstige uitzondering, want in Friesland zijn slechts in enkele gemeenten lagere percentages, te weten: Heerenveen, Franeker, Wonse- radeel en Drachten, terwijl ook in Drente dit aantal zeer gering is. Inmiddels is de teruggang in het bioscoopbezoek nog niet tot staan gekomen. al zijn er enkele plaatsen waar het bezoek ongeveer gelijk is gebleven aan dat van het vorig jaar, o.a. Leeuwarden en Groningen. Echter zullen ook bij een zelfde bezettingspercentage de bedrijfsuitkomsten minder gunstig zijn dan het vorig jaar. Door de verhoging der salarissen van het personeel en de algemene stijging der materiaalkosten zijn de exploitatiekosten verhoogd, zodat het steeds moeilijker zal worden tot een lonende exploitatie en tot de noodzakelijke reser veringen te geraken. De inwerkingtreding van de Regeling van Lonen en andere arbeidsvoorwaarden in het Bioscoop Bedrijf bracht vooral in de provincie enige moeilijkheden met zich mede. Deze konden echter door een soepele toepassing door de Sociale Com missie en door gebruikmaking van de mogelijkheid tot dispensatie worden overwonnen. Het moge ons Hoofdbestuur tot voldoening strekken dat de prijsstop verdween en daarmede vast stond, dat een eventuele verlaging der vermakelijkheidsbelasting ten voordele zou komen van de exploitanten. De neiging tot prijsverhoging was voorlopig niet groot, in verband met de steeds stijgende kosten van levens onderhoud. In de toekomst zal een verhoging evenwel zeer zeker verantwoord zijn in verband met de verhoogde personeelslasten en exploitatiekosten, alhoewel een verdere rangverschuiving daarvan waarschijnlijk het gevolg zal zijn.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1950 | | pagina 110