TELEVISIE
'"TIJDENS het verslagjaar kwam de televisie ook in ons land in
het brandpunt van de publieke belangstelling te staan toen be
kend werd dat de Regering, na kennis genomen te hebben van het
door de Rijkstelevisiecommissie ter zake uitgebrachte rapport, be
sloten had om de verzorging van de programma's der experimen
tele televisie-uitzendingen toe te vertrouwen aan de Naamloze Ven
nootschap „Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij". Daar
mede was in feite het televisie-vraagstuk onttrokken aan de invloed
van de Rijkstelevisiecommissie, waarin alle bij de televisie geïnte
resseerden waaronder ook het Nederlandse film- en bioscoop
bedrijf aan. één tafel zaten, om te worden gelegd in de handen
van de Nozema, welker Raad van Beheer uitsluitend is samenge
steld uit vertegenwoordigers van de Overheid en van de vier grote
omroepverenigingen.
Het valt te betreuren, dat de Overheid daarbij over het hoofd
schijnt te hebben gezien, dat de televisie een medium is, dat aan de
radio in het geheel niet en aan de film en het filmbedrijf zeer nauw
verwant is, alsmede dat in een klein land als het onze de televisie
bij haar programmering in nog veel sterkere mate op de film is
aangewezen, dan in landen met een grotere bevolking. De openbare
mening heeft dan ook niet nagelaten om er bij monde van de pers
met nadruk op te wijzen, dat men het Nederlandse film- en bioscoop
bedrijf naar recht en redelijkheid niet kan uitschakelen bij het over
leg in zake de organisatorische, culturele en maatschappelijke pro
blemen, welke met het televisie-vraagstuk samenhangen, en wel
om de eenvoudige reden dat dit bedrijf daarbij steeds rechtstreeks
betrokken is en blijft.
Van deze problemen heeft de Nederlandsche Bioscoop-Bond
zich reeds sedert jaren rekenschap gegeven, getuige de door de
Bondstelevisiecommissies in 1937 en 1949 uitgebrachte rapporten,
welke men vindt opgenomen in de Bondsverslagen van die jaren.
Volgens de opvatting van het bedrijf is de televisie een medium
met een eigen taak, dat recht heeft op een eigen plaats in de samen
leving naast film, pers en radio. Door haar verwantschap met de
film een verwantschap zó nauw, dat men zich geen televisie zon
der film kan voorstellen kan zij tevens fungeren als filmprojectie
apparaat. Zij zou dit zelfs kunnen doen in die mate, dat zij daar
door haar eigen taak uit het oog verliest en zich begeeft op het
terrein van de film, zich daarbij prerogatieven aanmatigende, welke
niet de hare zijn en kunnen zijn. Het is daarom naar de mening
van het bedrijf noodzakelijk, dat, ook in het belang van een har
monische groei van de televisie zelf, haar ontwikkeling tijdig in
juiste banen wordt geleid en haar arbeidsterrein wordt afgebakend.