is, bewezen heeft zijn metier niet minder te verstaan dan zijn bui
tenlandse collega, te betreuren blijft het dat hem de gelegenheid
onthouden wordt zijn arbeid te stellen in dienst van een regelmatige
productie van Nederlandse speelfilms.
Over de oorzaken hiervan is' reeds bij herhaling in de verslagen
van de voorgaande jaren gewezen, zodat hier volstaan kan worden
met de vaststelling, dat de vooruitzichten voor de Nederlandse
speelfilm ook in het laatste jaar niet verbeterd zijn.
De Interdepartementale Commissie, welke door de Ministerraad
werd ingesteld naar aanleiding van het dringende request van de
Raad van Beheer van de Stichting Nederlandse Filmstudio" om
een algemene verlaging van vermakelijkheidsbelasting te verkrijgen
alsmede vrijdom van belasting voor Nederlandse films ter stimule
ring ener Nederlandse filmproductie, was einde 1950 met haar taak
gereed gekomen. Over dit rapport was evenwel bij het ter perse
gaan van dit verslag nog geen enkele publicatie gevolgd.
Aangezien Nederland niet over een eigen productie van licht
gevoelig cinematografisch materiaal beschikt, moet dit geheel uit
het buitenland worden ingevoerd. Toen derhalve op 12 Februari
door de belangrijkste importeur van onbelicht materiaal andermaal
een plotselinge prijsverhoging van ongeveer dertig procent werd
aangekondigd, betekende dit alleen al voor de productie en verhuur
van journaalfilms, waarbij de materiaalfactor een grote rol speelt,
een aanzienlijk extra uitgave per jaar, waardoor de rentabiliteit
der betrokken ondernemingen in gevaar dreigde te worden ge
bracht. Ten einde aan deze onverwachte moeilijkheden door ma
teriaalbezuiniging enigszins het hoofd te kunnen bieden, werd door
het Hoofdbestuur een beperking van de journaallengte met 10%
toegestaan. In de practijk komt deze beperking echter neer op een
geringer percentage, daar een minimum lengte van 250 meter per
journaal is gehandhaafd.
Hoewel het Nederlandse filmfabricagebedrijf gedurende het ver
slagjaar in gemeenschappelijk overleg is overgegaan tot verhoging
van de prijzen voor kinotechnische werkzaamheden, is het de vraag
of niet nog een verdere verhoging zal moeten volgen. Ondanks het
feit dat de Nederlandse filmindustrie het dure onbelichte materiaal
geheel uit het buitenland moet betrekken, liggen de prijzen van de
buitenlandse laboratoria veel hoger dan die van de Nederlandse
fabrieken.
Door uitbouw van enkele laboratoria vond een verdere verho
ging plaats van de productiecapaciteit. Onderstaande tabel geeft
een overzicht van de wekelijkse productiecapaciteit op 1 Januari
1952 van de laboratoria en studio's, die alle lid zijn van de Neder-
landsche Bioscoop-Bond. De getallen duiden het aantal meters aan,
dat per vierenveertig-urige werkweek kan worden afgeleverd.
22