DEVIEZEN Deviezen voor smalle films ï1 RNSTIGE moeilijkheden met betrekking tot de transfer van licenties en materiaalkosten zijn in het verslagjaar niet voorgeko men; zowel van de dollardeviezen als van de Europese deviezen bleef het verbruik iets beneden de raming. Het reeds tijdens het vorige verslagjaar geopende overleg ten einde te geraken tot een regeling, krachtens welke voor een aantal films van bijzondere be tekenis dispensatie van de overschrijding van deze grens mogelijk zou worden, heeft nog niet tot definitieve resultaten geleid. In het verslagjaar is, na enige jaren van voortgezette daling, het aantal ingevoerde nieuwe hoofdfilms wederom gestegen en wel voornamelijk uit de Europese landen. Het aantal ingevoerde negatieve copieën is daarentegen enigs zins gedaald, terwijl de invoer van positieve copieën slechts zeer weinig is toegenomen. De geconstateerde stijgingen komen voor het grootste gedeelte voor rekening van de kleurenfilms, die inmiddels bijna 23 van het totaal-aantal geïmporteerde films vormen; ten aanzien van het aantal ingevoerde copieën ligt dit percentage op bijna 42. Voor verdere gegevens verwijzen wij naar het elders in dit ver slag opgenomen statistisch overzicht. De Commissie voor advies aan De Nederlandsche Bank met be trekking tot de toewijzing van deviezen voor films en in zake de daarmede in verband staande problemen bleef gedurende het ver slagjaar samengesteld uit de heren M. P. M. Vermin, J. G. J. Bos man, J. S. Croeze en C. S. Roem namens de Bond, de heren Dr. N. R. A. Vroom, G. van der Wiel en D. Vriesman namens de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en Mr. P. B. H. van Groïn Soeters namens De Nederlandsche Bank. De reeds jaren bestaande goede samenwerking tussen de devie- zenafdeling van het Bondsbureau en de betrokken functionarissen van de Bank bleef ondanks persoonswisselingen ook in het verslag jaar ten volle gehandhaafd. De Commissie die met het beheer van de voor de import van smalle films beschikbaar gestelde betalingscontingenten is belast was in 1952 onveranderd samengesteld, uit de heren J. C. Schuller, Voorzitter, zitting hebbend vanwege het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, H. W. Hagenberg, Secretaris, van- 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 24