NEDERLANDSE FILMINDUSTRIE PJE goede naam en de reputatie, welke de nog jonge en beschei den Nederlandse filmindustrie zich, ondanks alle moeilijkheden, in ons land èn daarbuiten heeft weten te verwerven, werd in de loop van 1952 door verder vlagvertoon bevestigd en versterkt. De onderscheidingen, welke verschillende Nederlandse films op inter nationale filmmanifestaties ten deel vielen, en de aandacht, welke het Nederlandse product daar over het algemeen wist te trekken, zijn even zovele bewijzen van de erkenning van het vakmanschap van de Nederlandse filmmaker en van de zorgvuldige technische afwerking van zijn product in de Nederlandse laboratoria. Voor de tweede maal de eerste keer was in 1951 heeft een Nederlandse film op het Internationale Filmfestival te Cannes de erepalm voor de beste korte film weggedragen, namelijk „'t Schot is te boord'' van de heer H. van der Horst. Dat bovendien op dit festival de Nederlandse inzending, waarvan behalve genoemde film nog de films „Maskerage" van de heer M. de Haas, „Panta rhei" van de heer B. Haanstra en ,,Hij, zij en een wereldhaven" van de heer Y, Brusse deel uitmaakten, een onderscheiding voor de beste nationale selectie wist te verwerven, is het welsprekende bewijs dat het Nederlandse korte werk zich kan meten met het beste wat het buitenland te bieden heeft. Onder de Nederlandse films welke aan manifestaties in het bui tenland hebben deel genomen was onder meer „De gouden vis", een tekenfilm in kleuren van Marten Toonder Film N.V., die zowel op de Biënnale te Venetië als op het documentaire festival te Edin- burgh sterk de aandacht heeft getrokken. Ook op dit laatste festi val bleek de Nederlandse inzending, welke onder meer behalve uit bedoelde tekenfilm en de eerder genoemde film van de heer Brusse nog uit „Spectrum"' van de-heer E. J. Verschueren en „Van Van Leeuwenhoek tot electronenmicroscoop" van de heer J. C. Mol bestond, tot het beste te behoren wat er geboden werd. Voor de eerste maal werd in 1952 door Nederlandse films deel genomen aan filmcompetities in Azië en Amerika. Er was een Nederlandse inzending op het in Januari in vier grote steden van India Bombay, Madras, Calcutta en Delhi georganiseerde internationale filmfestival, terwijl door de organisatoren van het einde November in het Institute of Filmtechniques van het City College te New-York gehouden Tweede Festival voor Culturele Films onderscheidene Nederlandse producenten werden aangezocht om bepaalde films in te zenden. Wederom was het een Nederlandse film, welke bekroond werd met.de zogenaamde Robert Flaherty- prijs de prijs die jaarlijks wordt uitgereikt voor de beste creatieve 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 27