nieuw contract aan te gaan. De betrokken eigenaar/verhuurder verklaarde zich bereid aan een arbitrage als bedoeld in artikel 11 mede te werken. De in dit verband benoemde arbitragecommis sie sprak als haar oordeel uit, dat het huurcontract in kwestie dien de te worden verlengd en geen bijschrijving moest plaats hebben van de eigenaar als exploitant of van een derde. De exploitatie van het betrokken theater is sedertdien door het lid-exploitant voort gezet. 58

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 61