Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel De Technische Commissie nam het standpunt in, dat weliswaar de schaarste aan materialen waarop dit reglement indertijd is ge baseerd, niet meer aanwezig was, maar dat het toch noodzakelijk moest worden geacht toezicht te blijven uitoefenen, ten eerste op de kwaliteit der aan het Nederlands film- en bioscoopbedrijf te le veren technische apparaten en ten tweede op de deskundigheid en de service van de leveranciers van deze materialen. Bovendien acht te zij het gewenst, dat door middel van een reglementswijziging de taak en de bevoegdheden van de Commissie duidelijker zouden worden omschreven dan tot dusver het geval was. Het Hoofdbestuur kon zich in principe met deze zienswijze verenigen en het verzocht de Technische Commissie een voorstel tot wijziging van het onderhavige bedrij f sbesluit in te dienen. Dit laatste is inmiddels gebeurd. Aangaande de keuringsvoorschriften voor technische apparaten is ook dit jaar weinig voortgang gemaakt. De Technische Commissie is er na veel moeite in geslaagd de beschikking te krijgen over een beproevingsobject, waarbij de ont worpen voorschriften aan de practijk konden worden getoetst, doch toen het eenmaal zover was bleek het laboratorium, waarin de nood zakelijke proefnemingen zouden plaats vinden, overbezet te zijn, waardoor de experimenten voor onbepaalde tijd moesten worden uitgesteld. Er zal naar worden gestreefd in het volgende verslagjaar deze reeds zeer lang lopende aangelegenheid definitief af te wikkelen. Onder de bijlagen behorende bij dit verslag is het volledige jaar verslag van het Bestuur der Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" opgenomen, waarnaar wij op deze plaats mogen verwijzen. 60

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 63