Het Hoofdbestuur werd, behalve in de elders in dit verslag ver melde lichamen, door de heer R. Uges Jr. vertegenwoordigd in de Huishoudelijke Commissie van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, door de heer M. A. V. Vermin in het Zuidelijk Nar keuringscomité, door de Bondsdirecteur in de Sectie Film van de Voorlopige Raad voor de Kunst, door de heren J. S. Croeze, Joh. Miedema en W. K. G. van Royen in de Raad van Beheer van de Stichting „Nederlandse Filmstudio", door de heren J. G. J. Bos man, Joh. Miedema, J. Nijland Jr. en C. S. Roem in de Raad van Beheer van de Stichting Nederlands Filminstituut, door de heren J. G. J. Bosman en R. Uges Jr. in de Televisieraad, door de heer J. G. J. Bosman in de Stichting Instituut Film en Jeugd, door de heer B. W. G. van Royen in het Bestuur van ,,De Nieuwe Alge mene Bedrijfsvereniging" en door de heer A. J. A. Huyser in de Sub-Commissie van Advies voor Musici en Artisten van het Mi nisterie van Sociale Zaken. 76

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 81