b) die geen competitie zijn, c) die zich beperken tot speciale films (wetenschappelijke films, films over kunst enz.) al dan niet met het karakter van een competitie en d) nationale festivals. Tot deze laatste groep behoren ook die manifestaties waar weliswaar films van verschillende landen worden vertoond, maar toch geen uitge sproken internationaal karakter hebben. Einde October waren bij de Federatie de volgende aanvragen om erkenning voor 1953 ingediend: voor categorie a. door de direc ties van de Internationale Tentoonstelling van Filmkunst te Vene tië en van het Internationale Filmfestival van Cannes; voor categorie b. door de directies van de Internationale Filmfestivals van Ber lijn, van Locarno. van Punta del Este en van San Francisco; voor groep c. door de directies van het Internationale Festival van Land- bouwfilms te Rome en van de Levant Jaarbeurs te Bari. Voorts waren er aanvragen om erkenning voor festivals te Monte Carlo, Tel Aviv en Mexico City. Erkend werden de festivals van Venetië en Cannes (a), Ber lijn en Locarno (b), Rome (c) en Tel Aviv (d). Eveneens werd erkend de in 1953 onder beschermheerschap van de Unesco te Parijs te houden Internationale Competitie voor Jeugdfilms (c). Afgewezen werden de verzoeken om erkenning van Punta del Este en Monte Carlo. De overige aanvragen waren aan het einde van het verslagjaar nog in behandeling. Een van de belangrijkste beslissingen welke de algemene leden vergadering der Federatie heeft genomen betreft de instelling van een Internationaal Openbaar Filmregister. dat inmiddels op 1 Ja nuari 1953 in werking is getreden. Hierdoor is de mogelijkheid geschapen tot een internationale verificatie van de eigendom van films. Dit register der Federatie is reeds de facto en de jure erkend door de regeringen van Duitsland en Italië. Aan het einde van het verslagjaar was de Portugese organisatie der producenten toegelaten tot het lidmaatschap der Federatie en waren aanvragen om toelating in behandeling ingediend door de Kamer van Filmindustrie van Pakistan en de Vereniging der Film producenten van Uruguay. Op dat tijdstip waren achttien landen bij de Federatie aangesloten, die tezamen een wereldproductie van meer dan duizend hoofdfilms en duizenden korte films per jaar vertegenwoordigen. Tijdens de laatste plenaire zitting van de Unesco in 1952 is be sloten de Federatie formeel te erkennen als adviserend instituut. Door zijn lidmaatschap van de Federatie staat de Nederlandsche Bioscoop-Bond in geregeld contact met de Unesco, de Union In ternationale pour la Protection des Oeuvres Littéraires et Artisti- ques te Bern, de Association Littéraire et Artistique, de Europese 79

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 84