95 C. dat een koppeling van het tarief der vermakelijkheidsbelasting aan de uit spraken van de geschiktheidskeuring der Katholieke Film Centrale voor de leden-filmverhuurders principieel onaanvaardbaar is; en draagt het bestuur op: Ie. deze resolutie ter kennis te brengen van het Hoofdbestuur en de besturen van alle Bondsafdelingen en 2e. er bij het Hoofdbestuur op aan te dringen ten spoedigste en met kracht op te treden tegen de gemeenten, die het tarief der vermakelijkheidsbelasting op filmvoorstellingen koppelen aan de uitspraken der Katholieke Film Centrale ten aanzien van de geschiktheid van films en derhalve een leveringsverbod ten aanzien van de gemeente Kerkrade af te kondigen, totdat de vermakelijk heidsbelasting voor alle films tot een dragelijk percentage is verlaagd." Een en ander is ter kennis gebracht van het Hoofdbestuur, welk college mede Jiaar aanleiding van klachten der Afdeling Het Zuiden over de positieve K.F.C.- keuring besprekingen heeft gevoerd met het bestuur der Vereniging van Neder landse Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring op Katholieke Grond slag. Laatstgenoemd bestuur heeft daarbij erkend, dat de positieve keuring der K.F.C, niet in overeenstemmnig is met het Nakeuringsaccoord. Het heeft tevens verklaard, dat de Vereniging van Gemeenten in een harer vergaderingen het standpunt heeft ingenomen, dat het tarief der vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen niet afhankelijk zou worden gesteld van de uitslagen der positieve keuring. Hoewel de positieve keuring der K.F.C, zou verdwijnen, blijkt zij inmiddels in andere vorm herboren te zijn. Hierop heelt het Afdelingsbestuur de aandac.it van het Hoofdbestuur gevestigd, hetgeen een nader onderzoek heeft toegezegd. In overleg met het Hoofdbestuur heeft het Afdelingsbestuur op 5 Juni bespre kingen gevoerd met vertegenwoordigers van de Dienst Welzijnszorg van het Ministerie van Oorlog over de voorwaarden, waarop door het bedrijf films kun nen worden geleverd aan de Strijdkrachten. Over de algemene voorwaarden bleken de opvattingen niet ver uiteen te lopen, maar de inzichten over de hoogte van de filmhuur, welke de Strijdkrachten zouden moeten betalen, ontliepen elkaar zoveel, dat het bestuur geen basis aanwezig achtte om tot een algemene regeling te komen. Van deze bespreking is verslag uitgebracht aan het Hoofdbestuur, waarbij mededeling is gedaan van de leveringsvoorwaarden, die naar de mening van liet Afdelingsbestuur voor het treffen van een algemene regeling als een minimum moeten worden beschouwd. Inmiddels zijn de leveranties aan de Strijdkrachten via de Lijst van Geen Bezwaar voortgezet, met dien verstande, dat de leden daarbij geadviseerd is een filmhuur te bedingen van ten minste f 0,15 per bezoeker met een garantie van f35,per voorstelling, zulks in afwachting van nieuwe onderhandelingen, die met de Dienst Welzijnszorg zullen worden gevoerd. Naar aanleiding van berichten, dat de NV. Filmfabriek Polygoon de buiten landse hoofdfilm „Het banket der smokkelaars" in Nederland zou invoeren en gaan distribueren, welk bericht in de kringen der filmverhuurders veel beroering veroorzaakte, werd op 7 April een buitengewone ledenvergadering gehouden, waarin uitvoerig over deze zaak van gedachten is gewisseld. Daarbij werd mede gedeeld, dat het Hoofdbestuur het standpunt had ingenomen, dat genoemde film kon worden gerangschikt onder de films bedoeld in artikel 2, C, b van het Alge meen Bedrijfsreglement (documentaire films en films van zogenaamde losse actu aliteiten), tot het verhuren waarvan Polygoon ingevolge haar inschrijving in het Bedrijfsregister gerechtigd was. Na uitvoerige discussie werd op voorstel van de heer M. de Rooy een motie aangenomen, waarin het Afdelingsbestuur werd verzocht ter kennis van het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 98