dernemen van een eerste beslissende stap om deze vicieuze cirkelgang voorgoed te doorbreken, terwijl geheel onafhankelijk daarvan inmiddels ook de gemeenten 's-Gra- venhage en Leeuwarden tot een dergelijk initiatief zijn gekomen. Moge het voorbeeld van de hoofdstad des lands, van 's-Gra- venhage en van Frieslands hoofdstad, welke gemeenten hiermede blijk hebben ge geven begrip te hebben voor een nationaal vraagstuk dat het plaatselijke belang verre te boven gaat, spoedig door anderen wor den gevolgd. Ook in 1954 heeft het bedrijfsleven in toe nemende mate belangstelling getoond voor het werk van de Nederlandse fümers, die van vele Nederlandse industrieën, maar tevens steeds meer van buitenlandse ondernemin gen, opdrachten te verwerken kregen. Dien tengevolge werden in onderscheiden perio dieken in Nederlandse bedrijfskringen waar derende artikelen gewijd aan de groeiende Nederlandse filmindustrie, van welker be staan men voordien weinig scheen te weten. Eveneens waren Nederlandse filmers in het verslagjaar wederom voor de Nederlandse televisie werkzaam. Sedert het begin van de televisie-uitzendingen in 1952 werden voor de omroepverenigingen vervaardigd: circa 418 journaalonderwerpen, 7 in het buitenland op genomen reportages, 14 grote reportages zoals onder meer de Nationale Ramp, be zoeken van buitenlandse Staatshoofden, enz. en 9 korte documentaire films. In stijgende mate toont de buitenlandse te levisie, inzonderheid de Amerikaanse, be langstelling voor het werk van de Neder landse filmers. In de jaren 1953 en 1954 werden door de bij het georganiseerde bedrijf aangesloten filmers rond 200 actualiteiten- films, reclamefilms en documentaires voor de buitenlandse televisie vervaardigd, ter wijl voorts jaarlijks ook een aantal niet spe ciaal voor de televisie geproduceerde Neder landse films door Amerikaanse televisie stations worden vertoond. Tevens werd gedurende het verslagjaar in de Cinetone Studio's te Amsterdam een reeks korte speelfilms voor de Amerikaanse tele visie vervaardigd met een geheel Nederlandse staf en overwegend Nederlandse uitvoeren den. Bij deze productie waren meer dan 600 Nederlandse artisten betrokken. Er kwam in 1954 geen Nederlandse speel film gereed, maar wel werd de productie van een nieuwe speelfilm ter hand genomen. Op Vrijdag 29 October werd namelijk een begin gemaakt met de buitenopnamen voor een speelfilm van Joop Geesink, terwijl op Maandag 8 November met de opnamen in de Cinetone Studio werd begonnen. De pro ductie werd in 1955 voltooid. De journaalfilmproductie voldeed ook in 1954 aan de hoge eisen, welke haar worden gesteld, en leverde door haar uitwisseling van actualiteiten met de buitenlandse jour naalfilmindustrie een niet geringe bijdrage tot de verspreiding van de kennis van ons land bij volkeren van andere nationaliteiten. Door de vele opdrachten, welke de Neder landse filmers in de loop van 1954 te ver werken kregen, bleef er weinig gelegenheid tot het vervaardigen van zogenaamde „vrije" films, dat wil zeggen films die naar eigen idee en inzicht door filmers vervaardigd worden, welke films soms door haar karak ter geschikt zijn voor de vertoning op bui tenlandse festivals. Dergelijke films worden in hoofdzaak als „vrije" opdracht met sub sidie van de Overheid geproduceerd. Het mag daarom als een gelukkige omstan digheid worden beschouwd dat onder de vele particuliere opdrachten welke door Ne derlandse filmers in het verslagjaar werden uitgevoerd, een aantal voortreffelijke films tot stand kwam, welke met veel succes op buitenlandse festivals en andere internatio nale manifestaties konden worden vertoond. Dit stelde de Nederlandse filmproductie in staat acte de présence te geven onder meer op het Internationale Filmfestival te Can- nes waar een eervolle onderscheiding werd toegekend aan de Nederlandse inzending, bestaande uit „Er is altijd een toekomst" van Polygoon-Profilti, „De opsporing van aardolie" en „De verkenningsboring" van Bert Haanstra en „Vieren maar!" van Her man van der Horst, voor welke laatste film een opgewonden publiek gedurende ruim drie minuten applaudiseerde. Voorts werd deelgenomen aan de Biënnale te Venetië, onder meer met Marten Toonder's experi mentele film „Suite Tempirouette", een me dische film welke de eerste prijs verwierf en Joop Geesink's kleurenfilm „Light and Mankind", welke film buiten mededinging 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 15