werd vertoond en sterk de aandacht trok; aan het festival van Sao Paulo in Brazilië, waar de Nederlandse inzending eveneens veel succes oogstte; aan het Internationale Festival te Berlijn; aan het Internationale Festival voor de Documentaire Film te Edin- burgh, waar Herman van der Horst's „Vie ren maar!" met het „Diploma van Verdien ste" werd onderscheiden; aan de Triënnale te Milaan, op welke driejaarlijkse internatio nale krachtmeting aan de Nederlandse in zending de gouden medaille werd toegekend en door de internationale jury de door het bestuur van de Biënnale, de XVe Internatio nale Tentoonstelling van Filmkunst, uitge loofde prijs voor de meest kunstzinnige re clamefilm werd toegewezen aan Joop Gee- sink's poppenfilm in kleuren „Assepoesters geheim", vervaardigd door G. Harmsen en H. Kabos; aan het festival te Durban in Na- tal (Zuid-Afrika), waar aan Heiman van der Horst's „Houen zo!" een medaille werd toe gekend en ook Joop Geesink's „Kermesse fantastique" van de hand van J. Mizsik een welverdiend succes oogstte; aan het Tweede Zuid-Amerikaanse festival voor Films over Kunst, waarop de film „Maskerage" van Max de Haas, en het filmfestival te Cura- gao waar Dr J. Hulsker's kleurenfilm „Vin cent van Gogh", een Polygoon-Profilti-Pro- ductie, ieder met een gouden medaille wer den onderscheiden. Er viel in 1954 een toenemend gebruik van kleurenfilmmateriaal bij onze Neder landse filmers te constateren, hetwelk in overeenstemming is met de geleidelijke over gang van het zwart-wit naar het kleu- renmateriaal, welke zich in het internatio nale filmbedrijf voltrekt. Een symptoom daarvan is het gereedkomen tijdens het ver slagjaar van het eerste Nederlandse labora torium waar 35 mm kleurenfilms kunnen worden ontwikkeld, welk laboratorium door de werkgemeenschap Polygoon-Profilti te Haarlem werd ingericht. Een gevolg van het de laatste jaren toene mende gebruik van kleurenfilmmateriaal bij de internationale filmproductie is, dat er in Nederland weliswaar meer kleurenfilmco-1 pieën worden ingevoerd die in onze labo ratoria kunnen worden betiteld, maar aan zienlijk minder negatieven waarvan in Ne derland zwart-wit copieën gelrokken kun nen worden. Hoe sterk de invoer van dit negatiefmateriaal is gedaald blijkt onder meer uit het feit, dat in 1950 nog 190 negatieven werden ingevoerd, welk aantal in 1951 daal de tot 150, in 1953 tot 117 en in het ver slagjaar tot 78. Deze terugloop betekent voor de Nederlandse laboratoria een gelijktijdige vermindering van opdrachten tot het co- piëren van films. Immers tot dusver heb ben buitenlandse filmproductiemaatschap pijen om technische redenen het copieer- werk van kleurenfilms in hoofdzaak in eigen land laten verrichten en geen negatiefmate riaal van kleurenfilms naar het buitenland gezonden, zoals bij de zwart-wit films vaak het geval is. Er zijn echter aanwijzingen, dat de Ameri kaanse productiemaatschappijen er in de toe komst toe zullen overgaan om ook dupli caat-negatieven van kleurenfilms naar het buitenland te zenden, waarvan de Europese laboratoria copieën zullen kunnen trekken. De groei van de Nederlandse filmproductie heeft een sterke uitbreiding van de capaci teit der laboratoria ten gevolge gehad. Dit blijkt onder meer uit het feit, dat einde 1947 de gezamenlijke productiecapaciteit der bij het georganiseerde bedrijf aangesloten labo ratoria per 44-urige werkweek, nog slechts 163.000 meter normaal- en 15.000 meter smalfilm bedroeg, maar per 31 December van het verslagjaar reeds was gestegen tot respectievelijk 610.000 meter en 241.000 meter, met een capaciteit van 18.000 meter voor normaalfilms in kleuren. Er werden in 1954 zeer geslaagde demon straties gegeven met een door de Optische Industrie De Oude Delft N.V. ontwikkeld systeem van anamorfische opname en pro jectie, waaruit bleek, dat de grootbeeldtech- niek ook voor de Nederlandse filmindustrie geen geheimen meer heeft. Zoals reeds vermeld, werd in de loop van 1954 in de Cinetone Studio's een reeks korte speelfilms voor de Amerikaanse televisie vervaardigd, terwijl in het najaar de pro ductie van een speelfilm „Het wonderlijke leven van Willem Parel" ter hand werd ge nomen. Overigens verleende Cinetone tech nische service aan tal van Nederlandse fil mers. Het Hoofdbestuur was in de Raad van Be heer van de Stichting „Nederlandse Film studio", welke Cinetone exploiteert, ver- 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 16