Het Nederlands Filminstituut Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond was ook tijdens het verslag jaar in de Raad van Beheer van de Stichting „Nederlands Filminstituut" vertegenwoor digd door de heren Joh. Miedema, Secreta ris van het Hoofdbestuur; J. Nijland Jr, lid van de Culturele Advies-Commissie; C. S. Roem, Voorzitter van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten en J. G. J. Bosman, Directeur van de Bond. Had het Instituut, dat in 1948 onder de be zielende leiding van wijlen Prof. Dr G. van der Leeuw is opgericht, zijn werkzaamheid gedurende het eerste lustrum van zijn be staan in hoofdzaak beperkt tot het verlenen van bemiddeling bij het verstrekken van cul tureel waardevolle films voor niet-commer- ciële vertoningen, in de loop van 1954 heeft het zijn activiteiten uitgebreid tot andere, in de stichtingsstatuten omschreven taken. Deze betreffen orider meer de studie van de film en het filmprobleem in hun verschil lende aspecten; Je verspreiding van de ken nis omtrent het filmwezen bij het geïnteres seerde publiek; de ontwikkeling van de cri- tische zin en de goede smaak van de jeugd, alsmede de bevordering van de practische beoefening van de filmkunst. Een van de practische middelen tot verwe zenlijking van de kennis omtrent het film wezen en de ontwikkeling van de critische zin en de goede smaak van de jeugd is de voorbereiding van een reizende tentoonstel ling over de film en de uitgave van een reeks boekwerken, welke in 1954 door het Instituut ter hand is genomen. Een eerste uitgave, een platenboek getiteld „De film in beeld", van de hand van de heren Dr J. M. L. Peters en A. A. E. van Driel, is inmid dels verschenen, terwijl de tentoonstelling haar reis is begonnen. In het kader van deze ontwikkeling van werkzaamheden ligt eveneens het door het Instituut genomen initiatief tot het orga niseren van een Filmstudieweek te Utrecht, welke van Dinsdag 28 September tot en met Vrijdag 1 October werd gehouden en een groot succes is geworden. De openings zitting vond plaats in de aula van de Utrechtse Universiteit, terwijl de overige re feraten gegeven werden in het Kunsthisto risch Instituut van de Rijksuniversiteit en het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen. Het aantal aanmeldingen liep in de honderden, hoewel men slechts op een vijf tigtal deelnemers gerekend had. Deze uitbreiding van werkzaamheden heeft het Instituut op zich kunnen nemen door de steun en medewerking van het Hoofdbe stuur van de Bond. Film en Jeugd Een van de meest actuele vraagstukken wel ke de volle aandacht hebben van het film bedrijf betreft het organiseren van voor stellingen met voor kinderen geschikte films, alsook de productie daarvan. In het kader van het Vijf Mogendheden Pact van Brussel kwamen in Februari 1954 ge delegeerden uit België, Frankrijk, Luxem burg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk te Londen bijeen, teneinde de mogelijkheden te bespreken om de productie, distributie en vertoning van ontspanningsfilms voor de jeugd te stimuleren. Het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond was op deze bijeenkomst vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem. Er werd uitvoerig van gedachten gewisseld over plannen tot samenwerking tussen de vijf landen op het gebied van de productie en distributie van jeugdfilms. De conferen tie gaf uitdrukking aan haar mening, dat ontspanningsfilms, welke speciaal voor de jeugd vervaardigd worden, over het alge meen haar waardering voor goede films ont wikkelen en haar kennis van andere landen vergroten. Unaniem was de conferentie van oordeel, dat, wil een internationale cir culatie van jeugdfilms mogelijk worden, douanetarieven en andere belemmeringen uit de weg moeten worden geruimd. Met al gemene stemmen werd de volgende definitie van een ontspanningsfilm voor de jeugd vastgesteld: „Een film, die beschikbaar is voor de ver toning op 35 mm of 16 mm formaat en door de bevoegde autoriteit in het land van oor sprong of van invoer is gewaarmerkt als zijnde uitsluitend bestemd om te worden vertoond in filmprogramma's ter ontspan ning van kinderen tot 16 jaar". Ook de van 22 tot 24 April te Parijs ge houden algemene ledenvergadering van de Internationale Unie van Bioscoopexploitan- 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 19