Sociale aangelegenheden Het belangrijkste evenement op sociaal ge bied van 1954 is ongetwijfeld geweest de totstandkoming van een nieuwe regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden in het bioscoopbedrijf. In de practijk bleken er aan de oude toon regeling nog al wat bezwaren te kleven, het geen gezien het feit dat voor het eerst in 1950 een begin met de collectieve regeling van arbeidsvoorwaarden in het bioscoopbe drijf werd gemaakt, niet te verwonderen was. Na een jarenlange voorbereiding, waarin ver schillende ontwerpen voor een nieuwe toon regeling zijn bestudeerd, werd er in de So ciale Commissie over de wijzigingen over eenstemming bereikt. Dit resultaat werd ter beoordeling voorgelegd aan het Hoofdbe stuur van de Bioscoop-Bond, alsmede aan de werknemersbonden, die in de Sociale Commissie vertegenwoordigd zijn. Nieuwe wijzigingen leidden ten slotte tot het defini tieve ontwerp. Nadat de laatste oneffenheden in conferenties met de Stichting van den Arbeid en het College van Rijksbemiddelaars waren gladgeslepen, kon het voorstel voor de nieuwe toonregeling bij de ledenvergade ring worden aanhangig gemaakt. Er kwamen nog talrijke amendementen van de verschillende afdelingen, welke in de jaarvergadering van 25 Mei behandeld zijn. Het valt buiten het bestek van dit verslag over deze amendementen uit te weiden. De jaarvergadering heeft zich met de nieuwe toonregeling, nadat sommige amendementen waren aangenomen en andere verworpen, verenigd. Toch duurde het nog tot 6 October, voor dat de nieuwe toonregeling door het Col lege van Rijksbemiddelaars bindend werd vastgesteld en in de Staatscourant gepubli- 22 ceerd. De vertraging was grotendeels te wijten aan de nieuwe loonronde, waardoo; de loontabellen, behorende bij de toonrege ling, moesten worden herzien. De voornaamste verschillen tussen de oude en de nieuwe toonregeling kwamen hierop neer: De nieuwe regeling voorziet in een verlaging van de minimum leeftijden der verschillende categorieën van operateurs. Het loonsysteem van de werknemers, wier inkomsten mede uit verval bestaan, is anders geformuleerd. In de regeling en betaling van het overwerk is wijziging gekomen. De vacantie-regeling is meer gedetailleerd. De loontabellen zijn voor elke theaterklasse naar gelang van de arbeidstijd per week uitgewerkt. De ontslag termijnen zijn in overeenstemming met de nieuwe wettelijke bepalingen gebracht. De mogelijkheid van het betalen van een loon per voorstelling is voor een bepaalde cate gorie van bioscopen geopend. Er is een nieuwe regeling voor de uniformkleding ge komen. In de samenstelling der Sociale Commissie voor het Nederlandse Bioscoopbedrijf kwam in het verslagjaar geen wijziging en zij zag er als volgt uit: W. K. G. van Royen, Voorzitter; J. J. Abeln, W. F. Dubbeldeman en J. H. J. Teunissen Jr., vertegenwoordigers van werkgevers; J. F. van Bijsterveld, H. Th. Seisveld, leden en A. Hakhof, reserve-lid, aangewezen door de Katholieke Bond St. Antonius; H. J. van Kerkwijk en D. v. d. Meulen, aangewezen door de Algemene Bedrijfsbond. Als Secretaris trad wederom op de heer H. W. Hagenberg, als plaatsvervangend Secre taris L. Claassen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 22