toestemming voor de exploitatie van een nieuw filmverhuurkantoor voor de bedrijfs tak b. Tegen zes beslissingen op aanvragen voor nieuwe bioscopen werd hoger beroep inge steld bij de Commissie Beroep Nieuwe Zaken. De Commissie Nieuwe Zaken was evenals het vorig jaar als volgt samengesteld: Mr G. M. Greup, Voorzitter; Mr. J. Rein- ders (f), plaatsvervangend Voorzitter; E. Alter, C. J. Blad, L. Groen en G. J. Milius, leden; J. van Bentum en J. Weening, plaats vervangende leden; A. H. Pieterse, Secre taris. Het onverwacht overlijden op 26 November van de plaatsvervangend Voorzitter, Mr J. Reinders, algemeen Secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht, was een gevoelig verlies, waarin in het verslagjaar nog niet werd voorzien. Commi§sie Beroep Nieuwe Zaken In 1954 heeft deze Commissie vijf zittingen gehouden, waarin zeven appèlzaken zijn behandeld. Met één uitzondering werden alle beslissingen der Commissie Nieuwe Zaken bevestigd. Alle zittingen werden gepresi deerd door Mr J. Milius. In drie zaken was de behoefte aan uitbrei ding van overwegende betekenis om de be zwaren tegen de in eerste instantie verleende toestemming voor de vestiging van een nieu we bioscoop ongegrond te verklaren. In de vierde zaak achtte de beroepsinstantie met de Commissie Nieuwe Zaken een toestem ming voor een nieuwe bioscoop niet verant woord en moest op die grond het beroep verworpen worden. Om andere redenen werd in een vijfde ge val het beroep ongegrond verklaard, welk beroep gericht was tegen een beslissing, waarbij aan een lid toestemming was ver leend voor het gaan exploiteren van een nieuwe bioscoop ter vervanging van een bestaand, verouderd theater, dat gesloten zou worden. De Commissie Beroep Nieuwe Zaken beves- stigde een in eerste instantie gewezen be slissing, waarbij toestemming was verleend voor de exploitatie van een nieuwe bioscoop in Rotterdam aan de Linker Maasoever. Bij deze zaak deden zich complicaties van regle mentair-technische aard voor. Ook hier gaf echter de behoefte aan uitbreiding de door slag. Ten slotte werd de toestemming, verleend door de Commissie Nieuwe Zaken voor de vestiging van een nieuwe bioscoop in een zalencomplex te Amsterdam, vernietigd, voornamelijk omdat gevel en ingang der ge projecteerde bioscoop niet aan redelijke eisen voldeden. De Commissie Beroep Nieuwe Zaken was in 1954 als volgt samengesteld: Mr J. Mi lius, Voorzitter; Mr B. Bouman, plaatsver vangend Voorzitter; D. J. van Leen, L. L. Lioni, Joh. Miedema, J. E. F. de Nijs, J. L. Paerl, C. S. Roem, B. W. G. van Royen, C. M. Westland, leden; G. M. Th. Gielisse (f), L. W. R. Meyer, M. J. W. Peters, B. J. Schim- VERLOOP VAN DE UITBREIDING VAN HET BIOSCOOPPARK (1 JAN. 1940 - 100) 17S 150 1?5 100 75 50 ?,5 0 1940 1945 (10 MEI) 1946 1947 1955 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 28