ren, dat zij gerangschikt konden worden onder de uiteraard kleine categorie, die voor gratis reclame of althans reductieverlening in aanmerking kan komen. In elf gevallen heeft de Commissie wel tot gratis vertoning en in vijf gevallen tot re< ductie op de vertoningstarieven geadviseerd. De Commissie was ongewijzigd samengesteld uit de heren J. v. d. Horst, voorzitter, P. J. Burbach, J. C. A. Meischke, B. W. G. van Royen, leden en H. W. Hagenberg, secre taris. Uitvoering Reglement op het Naamregister De uitvoering van dit reglement vereiste in het afgelopen jaar meer zorg dan voorheen, omdat door de groeiende titelvariëteit in het register vele leden blijkbaar moeite hadden met het vinden van nieuwe filmnamen zon der op de een of andere wijze in botsing te komen met reeds ingeschreven titels. Verder kwam telkenmale vast te staan, dat de meeste oude filmnamen niet meer in ge bruik waren en bij navraag geen bezwaar bleken op te leveren voor de inschrijving van geheel of gedeeltelijk gelijkluidende filmnamen van nieuwe films. Daarom paste het Bondsbureau een schifting toe. Alle filmnamen waarvan volgens de beschikbare gegevens het exploitatierecht was geëxpi- reerd, werden op lijsten geplaatst. Deze lijs ten werden aan de betrokken filmverhuur ders toegezonden met het verzoek mede te delen of zij zich met doorhaling der inschrij ving per 1 Januari 1955 konden verenigen. Het resultaat was, dat, behoudens een ge ring percentage van de uitgezochte film namen, per 1 Januari 1955 niet minder dan 1100 inschrijvingen als vervallen konden worden beschouwd en geen beletsel meer vormden voor de deponering van nieuwe titels. Er werden in het jaar 1954 ingeschreven 472 (501) filmtitels, waarvan er 58 een ver andering van reeds ingeschreven namen be troffen. In negentien gevallen werden be zwaren ingediend tegen inschrijving van nieuwe filmnamen. Dertien kwesties konden door het Bondsbureau in der minne worden geschikt. In zes gevallen kon echter geen oplossing worden gevonden en moest het Hoofdbestuur beslissen of de ingediende be zwaren gegrond waren. Het vond in geen enkel geval aanleiding om de inschrijving van de aangeboden filmnaam te weigeren. Enige malen moest het Bondsbureau ter de ponering aangeboden filmtitels rechtstreeks weigeren, omdat zij volkomen gelijkluidend waren aan reeds ingeschreven namen van films die nog werden geëxploiteerd. Het reglement heeft in het afgelopen jaar opnieuw bewezen een nuttig instrument te zijn ter voorkoming van een chaotisch ge bruik van filmnamen. Diploma's Er werden in het verslagjaar uitgereikt 717 Bondsdiploma's (v.j.705), 230 vertegenwoor- digerskaarten (218), 53 bewijzen van dona teurschap (57) en 1286 bioscoopdiploma's voor oorlogsinvaliden (1330). Straffen Het Hoofdbestuur kreeg in het verslagjaar een klacht te behandelen betreffende het nemen van représailles door een lid-exploi- tant tegen een lid-filmverhuurder, omdat dit lid gebruik had gemaakt van zijn recht in gevolge artikel 10 der Bondsvoorwaarden tot het zenden van een sommatie. Aangezien de betrokken exploitant zijn spijt betuigde over de genomen maatregel, welke hij daarbij terugnam, heeft het Hoofdbestuur daarin aanleiding gevonden af te zien van het toepassen van een in artikel 15 der Sta tuten vermelde straf. Het College heeft deze exploitant er echter met nadruk op gewezen, dat een lid-filmver huurder, dat bij het niet tijdig ontvangen van het verschuldigde bedrag of van de in te dienen gespecificeerde recette-opgave een klacht indient bij de Filmhuurschuld-Com- missie, waarop deze Commissie een rode kaart toezendt, in feite niet slechts gebruik maakt van een hem reglementair gegeven recht, maar tevens van de reglementair voorgeschreven incassoprocedure noodzake- 49

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 49