Kankerbestrijding heeft in 1954 haar eerste
lustrum gevierd. Gezien dit bijzondere feit,
de betekenis van het kankervraagstuk voor
het gehele Nederlandse volk en de nood
zaak, dat het Koningin Wilhelmina Fonds
ook in de toekomst in staat moet worden
gesteld om de getroffen voorzieningen in
stand te houden en uit te breiden, heeft het
Hoofdbestuur de leden verzocht deze ver
eniging hun medewerking te verlenen aan
het organiseren van een collecte.
Aan dit verzoek hebben de leden gevolg
gegeven door hetzij in de week van 27
Augustus tot en met 2 September hetzij in
de week van 3 tot en met 9 September een
propagandafilm te vertonen en hulp te bie
den bij de inzamelingen van gelden.
De Nederlandse Vereniging tot steun aan
het „Koningin Wilhelmina Fonds" heeft het
Hoofdbestuur haar erkentelijkheid betuigd
voor de hulp welke zij van de Bondsleden in
zo ruime mate heeft ondervonden en welke
de in de bioscopen gevoerde actie, die een
bedrag van f 59.772,23 opleverde, tot een
succes heeft gemaakt.
Fonds voor Bijzondere TVoden
Het Hoofdbestuur heeft in 1954 wederom
een bedrag geschonken aan de Stichting
Louis-Groen-Fonds, welke zich ten doel stelt
het verlenen van hulp aan personen, die
werkzaam zijn of geweest zijn in het Neder
landse filmverhuurbedrijf en door bijzonde
re omstandigheden noodlijdend zijn.
De samenstelling van het Stichtingsbestuur
was in het verslagjaar als volgt: L. Groen,
Voorzitter; M. Desmet, H. W. Hagenberg,
H. Kroonenberg, P. Ooms Jr. en M. P. M.
Vermin, leden.
Actie ten behoeve van de vluchtelingen
Het Comité Vluchtelingenhulp nam in 1954
het initiatief tot een nationale campagne,
waarbij geld werd ingezameld ten behoeve
van de vluchtelingen die in behoeftige om
standigheden verkeren. Deze campagne
kwam hierop neer, dat aan alle werknemers
werd gevraagd een bijdrage gelijk aan één
uur loon af te staan en de werkgevers een
bijdrage te geven waardoor het bedrag werd
verdubbeld.
Overeenkomstig het verzoek van de So
ciale Commissie voor het Nederlandse Bio
scoopbedrijf heeft het Hoofdbestuur deze
actie, gezien het zeer sympathieke streven
dat hieraan ten grondslag lag, warm in de
belangstelling der leden aanbevolen.
Vertegen woordigingen
Het Hoofdbestuur was ook gedurende 1954
in de Commissie van Bijstand van de Geluids
stichting vertegenwoordigd door de heer
C. S. Roem en in de Commissie 44 (Fotogra
fie en Cinematografie) van het Centraal
Normalisatiebureau door de heer 0. P. Bes-
seling.
Voorts was het College, behalve in de reeds
elders in dit verslag vermelde lichamen door
de heer R. Uges Jr. vertegenwoordigd in de
Huishoudelijke Commissie van de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring, door de
heer M. A. V. Vermin in het Zuidelijk Nakeu-
ringscomité, door de Bondsdirecteur in de
Sectie Film van de Voorlopige Raad voor de
Kunst, door de heren D. J. van Leen, Joh.
Miedema en W. K. G. van Royen in de
Raad van Beheer van de Stichting „Neder
landse Filmstudio", door de heren J. G. J.
Bosman, Joh. Miedema, J. Nijland Jr. en C.
S. Roem in de Raad van Beheer van de
Stichting Nederlands Filminstituut, door de
heer J. G. J. Bosman in het Bestuur van
de Stichting Instituut Film en Jeugd en van
de Internationale Unie van Bioscoopexploi
tanten (Union Internationale de 1'Exploi-
tation Cinématographique), door de heer W.
K. G. van Royen in het Bestuur van de Ne-
derlandsche Vereeniging van Bioscooprecla
me-Exploitanten en door de heer A. J. A.
Huyser in de Sub-Commissie van Advies voor
Musici en Artisten van het Ministerie van
Sociale Zaken.
53