begrip netto-recette zodanig, dat dit de goed
keuring van de verschillende groepen zal
kunnen wegdragen.
Een ander voorstel van de Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders namelijk om aan artikel 11
van het Aanvullingsreglement Bondsvoor-
waarden toe te voegen de woorden „tenzij
het gehele programma, exclusief journaals,
langer is dan 300 meter" had aanleiding ge
geven tot verschillende misverstanden met
betrekking tot het toepassen van het filni-
huurmaximum van 35 De gedelegeerden
van genoemde afdeling namen het voorstel
terug met de mededeling, dat de afdeling
zich het recht voorbehoudt het volgend jaar
eenzelfde voorstel voorzien van een meer
gedetailleerde toelichting aanhangig te
maken.
Op voorstel van het Hoofdbestuur werd be
sloten een nieuw Bedrijfsbesluit in zake de
Uitvoering der Deviezenregeling overeen
komstig de tekst van het bestaande besluit
van die naam vast te stellen met dien ver
stande, dat in de artikelen één, twee en acht
het jaartal 1954 veranderd wordt in 1955.
Daarmede was de verplichting voor de bios
copen om ook in 1955 gedurende ten minste
twaalf weken niet-Amerikaanse films te ver
tonen vastgelegd.
Verder werd op voorstel van het Hoofdbe
stuur besloten om aan de leden met ingang;
van 1 Juli 1954 de invoer, het verwerken
en het leveren van nitraat-filmmateriaal te
verbieden. Dit besluit was de consequentie
van de algemene toepassing van het zoge
naamde onbrandbare materiaal.
Ten slotte kwam in de vergadering van 7
December aan de orde het voorstel van het
Hoofdbestuur tot wijziging van het Alge
meen Bedrijfsreglement. Het voorstel om
helsde niet alleen een technische herziening
van het gehele reglement, maar ook wijzi
gingen van verdergaande betekenis. De Be
drijfsafdeling Filmverhuurders had te ken
nen gegeven van plan te zijn een groot aan
tal amendementen in te dienen, waarvoor zij
niet voldoende tijd beschikbaar achtte, wes
halve zij verzocht had de behandeling van
het gehele voorstel uit te stellen. De Af-
delingsraad had tijdig verschillende amen
dementen ingediend.
Het Hoofdbestuur wilde in ieder geval een
uitspraak van de Ledenraad hebben over
enige essentiële punten van het voorstel,
zodat het ter vergadering van de Leden
raad alleen aan de orde stelde een wijziging
van de artikelen 9 en 11 van het Algemeen
Bedrijfsreglement. De voorgestelde wijziging
van artikel 9 kwam in hoofdzaak hierop
neer, dat de toestemming van het Hoofd
bestuur (met beroep op de Ledenraad) in
plaats van die der Commissie Nieuwe Zaken
vereist zou zijn voor: a. het verplaatsen van
een permanente bioscoop naar een ander
gebouw dan waarin het bestaande lid blij
kens ,het Bedrijfsregister het bioscoopbe
drijf uitoefent; b. het exploiteren van een
nieuw bioscoopbedrijf in een gebouw, waar
in voorheen een in het Bedrijfsregister inge
schreven bioscoopbedrijf is uitgeoefend; c.
het exploiteren van een nieuwe filmfabriek
of filmproductiezaak of een bedrijfstak
daarvan; d. het exploiteren van een nieuw
bedrijf of een nieuwe bedrijfstak ten aanzien
waarvan het Hoofdbestuur wegens buiten
gewone omstandigheden, hetzij van plaat
selijke of landelijke aard, hetzij groepen
van bedrijven betreffende, een besluit heeft
uitgevaardigd, volgens hetwelk het zich de
behandeling voorbehoudt en van welk be
sluit mededeling is gedaan aan de Commis
sies Nieuwe Zaken.
Het voorstel tot wijziging van artikel 11 van
het Algemeen Bedrijfsreglement hield in een
nieuwe behandelingswijze van de gevallen
van opzegging van de huur van een bioscoop
gebouw. In die gevallen zou de huurder zich
volgens de voorgestelde wijziging niet langer
tot een speciale arbitrage-commissie, maar
tot het Hoofdbestuur moeten wenden; het
Hoofdbestuur zou dan beslissen, of en zo
ja, hoe lang en onder welke voorwaarden
de inschrijving in het Bedrijfsregister alsdan
gehandhaafd zou blijven.
Het is binnen het kader van dit verslag niet
doenlijk de uitvoerige discussies, welke aan
deze voorstellen zijn gewijd, te releveren.
De bezwaren tegen de voorstellen waren in
hoofdzaak gericht tegen het onttrekken van
de behandeling van sommige aanvragen aan
de bevoegdheid der Commissies Nieuwe Za
ken. De beide voorstellen konden de ver
eiste tweederde meerderheid der stemmen
niet verwerven.
59