Door het Bestuur der Afdeling is toen grote aandrang
uitgeoefend op een aantal vooraanstaande figuren
uit de raad, ten einde de artikel 1-faciliteiten, die
door bet College van B. en W. waren verworpen, te
behouden. Bij de daarop gevolgde zittingen bleek, dat
de raad zich wel kon verenigen met de verlaging
van het algemene tarief tot 25 °/o en met het per
eentage van 10 voor Nederlandse hoofdfilms, maar
in meerderheid niet accoord kon gaan met het voor
stel om het bijzondere tarief voor de artikel 1-films
af te schaffen. De door de Wethouder gegeven mo
tivering werd in twee raadsvergaderingen tijdens
langdurige debatten met grote felheid bestreden door
de fractieleden van de P.v.d.A., V.V.D. en C.P.N.
In de gemeenteraadsvergadering van 1 December
werd een geamendeerd voorstel, ondertekend door
leden van genoemde fracties, jingediend, hetwelk
echter eerst in het nieuwe jaar aan de orde kwam.
Aan het eind van het verslagjaar mocht de verwach
ting worden uitgesproken, dat ook Amsterdam de
vermakelijkheidsbelasting zou verlagen en daarmede
grotendeels tegemoet zou komen aan het verlangen
van de bioscoopondernemers in deze gemeente om
de belasting tot het oude peil te verlagen.
Ingevolge besluit van de afdelingsledenvergadering
van 16 December 1953 werden na ingewonnen advies
van het Bestuur door de leden in onderling over
leg enige prijscorrecties toegepast, die ertoe leidden,
dat enkele niet te motiveren entreeprijsverschillen
tussen gelijkwaardige zaken werd genivelleerd.
Onderwerp van bespreking vormde de nieuwe Zon-
dagswet over welker toepassing in onze afdeling aan-
aanvankelijk enige ongerustheid bestond. Het bleek
immers dat er in Amsterdam evenals elders naar
werd gestreefd de dispensaties voor Zondagochtend
voorstellingen bij voorkeur voor zogenaamde cultu
rele verenigingen te reserveren zonder enige beper
king ten aanzien van de te vertonen films, terwijl daar
naast de bioscoopondernemers, voorzover zij op Zon
dagochtend nog voorstellingen gaven, zich genood
zaakt zagen zogenaamde artikel 1-films te brengen,
ten einde een verbod van die filmvoorstellingen te
ontgaan. Over het algemeen werden er echter geen
moeilijkheden van betekenis ondervonden.
In het verslagjaar werd door de Ledenraad behan
deld het beroep van de N.V. Holland Film tegen
de beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij haar de
exploitatie van een permanente bioscoop-B in het
Concertgebouw te Amsterdam was geweigerd, con
form het advies van het afdelingsbestuur. De Leden
raad bevestigde de beslissing van het Hoofdbestuur.
Het Bestuur bracht advies uit aan de Commissie
Nieuwe Zaken met betrekking tot de aanvrage van
de heer Mr P. Meerburg om toestemming tot het
exploiteren van een nieuwe bioscoop in een gedeelte
Zoals men weet, is bij besluit van 19 Januari 1955
hetwelk inmiddels Koninklijk is goedgekeurd, de ge
wijzigde verordening met ingang van 1 Januari 1955
in werking getreden. Deze verordening behelst in
het kort het volgende:
70°/o voor programma's met een Nederlandse hoofd
film; 25fl/o voor de overige programma's, terwijl in
drie gevallen achteraf belastingreductie kan worden
verkregen, namelijk: 10 '°/o voor programma's met
uitsluitend artikel 1-gekeurde films; 3% voor pro-
van „Bellevue" aan de Ma-nixstraat te Amsterdam.
Het Bestuur verzocht de Commissie de toestemming
niet te verlenen, omdat naar zijn mening er in de
eerste plaats geen behoefte aan een nieuwe bioscoop
in het centrum was en, voorzover die behoefte wel
aanwezig mocht worden geacht, daarin op of bij het
Leidseplein behoorde te worden voorzien door een
nieuw gebouwde, moderne, grote bioscoop, in over
eenstemming met de standing van dat plein.
De Commissie Nieuwe Zaken deelde echter de op
vatting van het Bestuur niet en verleende aan de
heer Mr P. Meerburg de gevraagde toestemming. Het
Bestuur ging hiertegen in beroep. De Commissie Be
roep Nieuwe Zaken vernietigde de beslissing van
eerstgenoemde commissie, op grond van de overwe
ging, dat het plan van Mr Meerburg enige tekort
komingen vertoonde. Nog in hetzelfde jaar diende de
heer Meerburg een veranderd plan in, hetwelk in
het verslagjaar niet meer door de nieuwe zaken-
commissies kon worden behandeld.
Ten slotte bracht het Bestuur advies uit aan het
Hoofdbestuur met betrekking tot een verzoek van
de N.V. Holland Film om Theater Desmet te Am
sterdam te mogen overnemen en voortzetten. Het
Bestuur kon zich met inwilliging van de gevraagde
toestemming verenigen.
De leden van de afdeling collecteerden op advies
van het Bestuur wederom gedurende een volle week
in de bioscopen ten bate van het Roode Kruis.
Verscheidene leden der afdeling vervulden de vol
gende functies in Bondscolleges: in het Hoofdbestuur,
de heer W. K. G. van Royen; Ledenraad, de heer
C J. Blad; Afdelingsraad, de heren C J. Blad, W.
Hulshoff Pol en W. K. G. van Royen; Raad van Be
roep, en Gemengde Raad van Beroep, de heer B. W.
G. van Royen, lid; Commissie van Geschillen, de
heer C. van Willigen, Voorzitter en de heer J. van
der Horst, lid; Commissie Nieuwe Zaken, de heer
C. J. Blad; Commissie Beroep Nieuwe Zaken, de
heren W. F. Dubbeldeman en B. W. G. van Royen;
Sociale Commissie, de heer W. K. G. van Royen,
Voorzitter en de heer W. F. Dubbeldeman, lid;
Commissie voor Niet-Commerciële Reclame, de heer
J. van der Horst, Voorzitter en de heer B. W. G.
van Royen, lid.
Voorts vervulden verscheidene leden der Afdeling
een functie in de hierna vermelde verenigingen,
stichtingen en commissies: Bestuur Stichting Bio-
Vacantieoord, de heren M. Gerschtanowitz, W. K. G.
van Royen en C. van Willigen; Bestuur Stichting In
stituut voor Opleiding van Technisch Bioscoop Per
soneel, de heer W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; Raad
van Beheer Stichting Nederlandse Filmstudio, de
heer W. K. G. van Royen, Voorzitter en de heer D.
J. van Leen, lid; Bestuur Nederlandsche Vereeni-
granima's met Nederlands bijwerk tol een lengte van
ten minste 250 meter; 2%°/o voor filmvoorstellingen
tvaarin tevens een variété-programma wordt gege
ven, alsmede muziek ten gehore wordt gebracht door
een orkest.
Voor een uitvoerige beschouwing over de kwestie
vermakelijkheidsbelasting moge verwezen worden
naar drie belangwekkende artikelen, gepubliceerd in
het Officieel Orgaan van Februari 1955.
81