ging van Bioscoopreclame-Exploitanten, de heer W. K. G. van Royen; Nieuwe Ledencommissie van deze Vereniging de heer C. J. Blad; Beroepcommissie Nieuwe Leden der Vereniging, de heren W. F. Dub- beldeman en B. W. G. van Royen; in de Adviescom missie van het Rijks Arbeidsburaeu te 's-Gravenhage, de heer A. J. A. Huyser; in de Amsterdamse Advies commissie van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Amsterdam, de heer G. A. Lipp; in het Amsterdams Comité voor de Stichting Bescherming Bevolking, de heer W. F. Dubbeldeman. In de jaarlijkse ledenvergadering van 17 Mei wer den de periodiek aftredende leden, de heren J. van der Horst, C J. Blad en W. Hulshoff Pol, herkozen, terwijl de heren Van der Horst en Blad tevens wer den herbenoemd in hun respectieve functies van Secretaris en Penningmeester. De vergadering herkoos de heer C. J. Blad als lid van de Ledenraad. Verder werden behandeld de agenda met bijbeho rende stukken voor de jaarlijkse ledenvergadering van de Bond, welke agenda onder andere vermeldde een voorstel tot goedkeuring van het vierde concept Gewijzigde Regeling van Lonen en andere Arbeids voorwaarden in het Bioscoopbedrijf. De ledenvergadering der afdeling verklaarde zich accoord met de nieuwe loonregeling, behoudens en kele voorgestelde amendementen. Zij was zich er overigens wel van bewust, dat de regeling in het algemeen een nieuwe verzwaring van lasten voor de bioscoopondernemers betekende. Op 4 November werd ten slotte een buitengewone spoed-ledenvergadering gehouden, welke was gewijd aan de behandeling van de punten op de agenda voor de Ledenraadsvergadering, welke op 7 December zou worden gehouden. De leden gingen accoord met het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van het Bedrijfsbesluit Tweede Aanvulling Bondsvoorwaarden, hierop neer komende, dat dit besluit tot 1 Mei 1956 zou worden verlengd, echter niet dan nadat ernstige bezwaren waren geopperd tegen het feit, dat panoramische films nog steeds door de filmverhuurders als uitzon deringen werden beschouwd, op grond waarvan zij meenden voortdurend de hoogste filmhuurpercentages te mogen berekenen. De accoordverklaring ging der halve vergezeld van de uitdrukkelijke vermelding van het standpunt der afdeling, dal bedoelde films niet langer tot de uitzonderingenbehoren en der halve niet automatisch onder de hoogste tarieven vallen. Verder konden de leden zich verenigen met het voorstel van het Hoofdbestuur tot vaststelling van een nieuw Bedrijfsbesluit Deviezenregeling, hetwelk op een verlenging neerkwam, alsmede met het voorstel om aan de leden met ingang van 1 Juli 1954 de invoer, het verwerken en de leverantie van nitraat filmmateriaal te veibieden. Dit voorstel beoogde een einde te maken aan het gebruik van brandbaar filmmateriaal. Een vrij uitvoerige discussie werd gewijd aan een voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van het Algemeen Bedrijfsreglement. De leden stemden volkomen in met dit reglement, hetwelk, zowel technisch als praktisch als een grote verbetering werd beschouwd. Zij verklaarden zich derhalve met algemene stem men accoord met het ontwerp, met uitzondering van enkele artikelen, waarop amendementen werden ingediend. Het voorstel kon evenwel door de Leden raad niet in behandeling worden genomen, aange zien het Hoofdbestuur op verzoek van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders had besloten het voor lopig van de agenda af te voeren om genoemde af deling in de gelegenheid te stellen het ontwerp nader te bestuderen. In deze ledenvergadering kwam verder nog aan de orde de vraag of een rookverbod aanbeveling ver dient. Zoals reeds bij vorige gelegenheden was ge bleken, waren de meningen ter zake te zeer ver deeld om tot een verbod te komen. Wederom werd critiek uitgeoefend op de wijze, waarop sommige filmrecensenten hun taak blijken op te vatten. Enkele leden gaven de wens te kennen het aantal collecten in de bioscopen te beperken, aangezien zij van deze collecten overlast vreesden voor de be zoekers. Andere leden uitten het verlangen in den vervolge te worden ingelicht omtrent aanvragen voor nieuwe bioscopen in Amsterdam, opdat zij tijdig op de hoogte zouden zijn. Het Bestuur zegde toe om in het vervolg van ingekomen aanvragen kennis te geven aan de leden. Tot het lidmaatschap trad toe de CV. Adex, ex- ploitante van de Cinema Du Midi, gevestigd in de Apollohal te Amsterdam. De Burgemeester van Am sterdam, Mr A. d'Ailly, opende deze bioscoop op 18 April tijdens een galavoorstelling voor tal van ge nodigden. Het Bestuur der Afdeling Amsterdam was daarbij tegenwoordig en bood de directie, Mevrouw J. Nöggerath-Lucas en de heer E. F. W. Trijssenaar, een bloemstuk aan. Aan de oprichters is een woord van hulde voor het door hen bereikte resultaat in dit verslag zeker niet misplaatst. Van het lidmaatschap verviel de CV. Desmets Bio scoopexploitatie, welke haar bioscoopbedrijf in handen had gegeven van de N.V. Holland Film. De naam van het Cultura Theater werd gewijzigd in Cinétol. De heer H. F. Albers, directeur van Huize De Liefde, ging per 1 September 1954 met pensioen en werd opgevolgd door de heer Ch. P. Buitink. Enige maan den na zijn aftreden als directeur overleed de heer Albers, wiens nagedachtenis hier met eerbied wordt herdacht. Uw verslaggever besluit dit overzicht met de wens dat de hoopvolle verwachtingen van de leden der afdeling ten aanzien van de gang van zaken in 1955 mogen worden vervuld. Amsterdam, 2 Juni 1955. J. VAN DER HORST, Secretaris. 82

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 81