Afdeling Het Zuiden Hel jaar, dat thans voorbij is, heeft een tijdperk ingeluid van grote evoluties in ons bedrijf, evolu ties, die óók onze Afdeling niet onberoerd hebben gelaten. De diverse nieuwe technieken, welke ons werden gepresenteerd, waren even zovele aanleidingen tot ernstige overwegingen. Immers niemand onzer weet wat de toekomst ons op dit gebied nog brengen zal. En aangezien onze Afdeling vele kleinere exploi taties omvat, is hier zeker een ernstig woord van waarschuwing op zijn plaat-. Ieder zal voor zichzelf moeten uitmaken hoever hij met de vele nieuwig heden mede kan gaan en in welke mate dit alles kan leiden tot inderdaad betere exploitatiemogelijk heden. Wie zich hals-over-kop in onverantwoorde avonturen stort, zal hier ongetwijfeld spoedig de ge volgen van ondervinden, wat enerzijds niet prettig is voor de betrokkenen individueel en anderzijds niet altijd bevorderlijk is voor de goede geest en rust in het organisatieleven. Direct hierop aansluitend moet ook gewezen wor den op het feit, dat juist door de nieuwe systemen in het afgelopen jaar de filmhuren voor velen onzer beduidend hoger zijn geweest dan gewoonlijk en dat meerdere malen de exploitatie-uitkomsten bepaald niet in overeenstemming waren met de door de film verhuurders gevraagde percentages. Vooral ook de kleineren onder ons werden bierdoor weer eens voor moeilijke problemen gesteld, bijzonder wanneer bij de hoge percentages nog de verplichting kwam, be paalde films langer te vertonen dan de belangstel ling van het publiek dit wettigde. Een andere zorg, welke in het afgelopen jaar niet van ons afgewenteld werd, was de abnormale hoge vermakelijkheidsbelasting. In onze Afdeling zijn het vooral de exploitanten in de grotere steden, die alle reden hebben om zich bezorgd te voelen, omdat de meesten van hen voorzover dit al niet is ge schied -— in de naaste toekomst zeker tot bedui dende nieuwe investeringen in hun bedrijven zullen moeten overgaan onder de drang der vele nieuwig heden, welke zich voortdurend aandienen. Bovendien wordt het hun door de ondraaglijke vermakelijkheids belasting vaak onmogelijk gemaakt de daarvoor no dige reserves te kweken. Hier staat menigeen voor de keuze, ofwel zware verplichtingen op zich te nemen, ofwel van moder nisering der theaters af te zien. Het zijn in het „Zuiden" vooral de besturen der gro tere gemeenten, die op een enkele uitzondering na aan de onbillijk hoge vermakelijkheidsbelasting blijven vasthouden. Dit mag eigenlijk wel verwon dering wekken, gezien het feit, dat het nu stilaan voor iedere onbevooroordeelde waarnemer wel vast staat, dat een modern en „up-to-date" bioscooppark voor iedere stad van grote betekenis is. Deze zelfde gemeenten blijven echter vasthouden aan een veel lager belastingtarief voor allerlei voorstellingen en andere manifestaties, welke cultureel ver beneden het peil staan, waarop de normale bioscoopvoorstel lingen (dit zij hier met gepaste trots gememoreerd) zich in doorsnee bewegen. Het is te hopen, dat het nieuwe jaar dat wij zijn ingegaan hierin spoedig een beduidende verbetering mag brengen. Het pleit voor de ondernemingsgeest en het opti misme van onze leden, dat niettegenstaande al de vorengenoemde belemmerende factoren, toch nog steeds opnieuw hier en daar de moed gevonden wordt tot restauratie en zelfs nieuwbouw. Naast het beduidend aantal bioscopen, dat grotere of kleinere verbouwingen moest ondernemen om nieuwe vindingen in toepassing te kunnen brengen, dient gememoreerd dat de familie Dirix-Opdencamp in het afgelopen jaar aan de gemeente Beek een theater schonk van ca 700 plaatsen. In Someren werd op 19 November Bioscoop Centraal geopend door de Wed. Wijlaars en Zoon. De heer Jansen heropende de week voor Kerstmis het gerestaureerde Aurora Theater te Dongen, terwijl ook Dinteloord, Nuenen en Hoeven hun bioscopen kregen. Het Roxy Theater te Bergen op Zoom vierde 13 Mei zijn 25-jarig bestaan, onder grote belangstel ling zowel van de Bergen op Zoomse bevolking als van bedrijf en organisatie. Op 17 October bestond de Alcazar Bioscoop te Hel mond 35 jaar. Dit theater, hoewel het een paar maal met ernstige tegenslagen te kampen had, mag zich ook nu nog steeds verheugen in de gunst der Hel- mondse bevolking. Onze Afdeling telde op 31 December 1954 127 bio scopen; dit is ongeveer een vierde deel van alle in het bedrijfsregister ingeschreven theaters in Neder land. Het bestuur bestond uit de heren: M. Desmet, Eindhoven, Voorzitter; M. J. W. Peters, Venlo, Vice-Voorzitter; J. E. F. de Nijs, Breda, Se cretaris; P. Vink, Deurne, Penningmeester en A. Bouts, Lutterade, Lid. Onze Afdeling was verder óók in 1954 in onderschei den colleges van onze organisatie vertegenwoordigd. De heer M. P. M. Vermin te Maastricht, is Voorzitter van de Nederlandsche Bioscoop-Bond; de heer De smet, lid van het Hoofdbestuur, lid van de Afdelings- raad en van de Commissie van Geschillen; de heer M. .1. W. Peters, Bestuurslid Afdelingsraad en plaats vervangend lid van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken; de heer J. E. F. de Nijs, lid van de Afdelings raad, van de Ledenraad, van de Commissie Beroep Nieuwe Zaken en van de Gemengde Commissie van Geschillen. Hiermede ben ik gekomen aan het einde van dit jaarverslag, hetwelk ik wil besluiten met U allen namens het Afdelingsbestuur een gelukkig en voor spoedig 1955 toe te wensen. Moge dit jaar U alles brengen wat kan bijdragen aan Uw aller geluk. Roermond, 28 April 1955 J. E. F. DE NIJS, Secretaris. 92

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1954 | | pagina 91