Verslag over het stichtingsjaar 1953/1954
(1 September 1953 t/m 31 Augustus 1954)
Gedurende het achter ons liggende Stichtingsjaar
heeft zich in het Bestuur slechts één mutatie voor
gedaan.
De heer H. W. Hagenherg legde wegens drukke
werkzaamheden zijn functie als Secretaris neer en het
Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
benoemde in zijn plaats de heer L. Claassen, die
voordien de functie van plaatsvervangend Secretaris
bekleedde.
Met inbegrip van deze mutatie was het volledige
Bestuur aan het eind van dit verslagjaar als volgt
samengesteld:
W. F. Dubbeldemau, Voorzitter; G. H. Groenewegen,
Penningmeester; O. P. Besseling, A. A. Hakhof, F. v.
d. Heyden, J. H. van Kerkwijk, D. Meenhorst, E. F.
W. Trijssenaar, leden; L. Claassen, Secretaris.
Er werd in dit jaar slechts één Bestuursvergadering
gehouden, waarin de jaarstukken alsmede een aantal
aanvragen ter verkrijging van tijdelijke dispensatie
van de verplichting om het operateursdiploma te be
zitten, werden behandeld.
Dat ondanks het feit, dat het Bestuur slechts een
maal in vergadering bijeen behoefde te komen, de
omvang van de werkzaamheden van het Secretariaat
groot was, moge uit de volgende cijfers blijken: inge
komen stukken: circa 1000; uitgaande brieven: 823;
circulaires: 42; gestencilde stukken: circa 25.000 vel.
Ook dit jaar werd door het Bestuur geen mondelinge
cursus georganiseerd, omdat uit niets was gebleken,
dat daarvoor enige belangstelling bestond en omdat
door middel van de schriftelijke cursus in voldoende
mate in de vakopleiding kon worden voorzien.
In de verslagperiode begonnen twee nieuwe cursus
sen en wel respectievelijk in September 1953 en Ja
nuari 1954 met 27 en 33 deelnemers.
Gedurende het verslagjaar liepen voorts nog twee
cursussen, die vroeger waren begonnen, waardoor het
aantal cursisten 65 in totaal bedroeg.
Daar kwamen gedurende een gedeelte van het ver
slagjaar nog bij 16 cursisten, die deelnamen aan de
opleiding ter verkrijging van het practijkcertificaat.
De correctiewerkzaamheden waren ook dit jaar in
handen van de heer R. de Vries voor wat betreft de
practische vakken en van de heren P. H. A. Lankester,
J. H. van Peursem en J. Schipper voor wat betreft
de theoretische onderwerpen.
Met deze correctoren werd op voortreffelijke wijze
samengewerkt en het is ons een genoegen op deze
plaats te kunnen constateren, dat hun deskundige
medewerking er in niet onbelangrijke mate toe heeft
bijgedragen, dat bij de cursussen alles volledig naar
wens verliep en dat van de kant van de cursisten
geen klachten werden gehoord.
Reeds in het vorige verslagjaar is naar voren ge
bracht, dat de wenselijkheid was gevoeld de lessen
aan de hand van de opgedane ervaringen opnieuw
te bewerken en in nog sterkere mate dan reeds het
geval was aan te passen aan de practijk. Een besluit
hiertoe werd in het vorige verslagjaar genomen en
in September 1953 verscheen de eerste les van de
vernieuwde cursus.
In het kader van deze vernieuwing werden de vak
ken practijk en brandveiligheidsvoorschriften, die tot
dusverre voor wat de hoofdzaken betreft in de lessen
1 t/m 20 waren samengevat, in 30 lessen uitgegeven,
waarvan één zeer uitgebreide les geheel was gewijd
aan de brandveiligheidsvoorschriften. Voorts is aan
practische onderwerpen, waarmede, naar de ervaring
had geleerd, door de cursisten moeilijkheden werden
ondervonden, groter aandacht besteed dan tot dus
verre het geval was.
Aan het eind van het verslagjaar waren de lessen
1 t/m 30 geheel voltooid en de lessen inzake de
theoretische vakken in voorbereiding.
Uit het correctiewerk bleek duidelijk, dat de aange
brachte verbeteringen het gewenste resultaat hadden
opgeleverd. De practische onderwerpen, waarmede
voordien herhaaldelijk moeilijkheden zijn ondervon
den, alsmede de theoretische verklaringen, die bij
sommige onderwerpen van practische aard nu eenmaal
onvermijdelijk zijn, werden over het algemeen door de
cursisten goed begrepen en ook de aan het slot van
het eerste gedeelte van de cursus uitgegeven repe-
titieles leverde zeer bevredigende resultaten op. Er
wordt naar gestreefd ook bij het omwerken van de
theoretische vakken, Lichttechniek, Versterkertech
niek, Voorschriften Electrotechniek en Electrotech-
niek eenzelfde gunstig resultaat te bereiken.
Niet onvermeld mag blijven, dat het veranderen van
de lessen er practisch op neer komt, dat de gehele
cursus herschreven en opnieuw gestencild moet wor
den. Wij geloven te mogen aannemen, dat na het
gereedkomen van deze werkzaamheden de cursus rijp
is om in drukvorm te verschijnen, aangezien dan
tevens met de nieuwe lessen een ruim tweejarige
ervaring in de practijk is opgedaan. De situatie is
immers zo, dat de nieuwe lessen onmiddellijk ter
bestudering aan de verschillende cursisten worden
toegezonden.
Het operateursexamen 1954 werd voor wat het
schriftelijk gedeelte betreft afgenomen op 29 en 30
Juni, waarna het mondeling gedeelte volgde op 31
Augustus, 1 en 2 September.
Op laatstgenoemde data is tevens het examen ter
verkrijging van het practijkcertificaat afgenomen.
Van de 82 candidaten, die zich voor het normale
examen aanmeldden, zijn er 2 niet verschenen en aan
4 candidaten moest reeds na het schriftelijk gedeelte
worden medegedeeld, dat de resultaten dusdanig
waren, dat het deelnemen aan het mondeling examen
weinig of geen nut meer kon hebben.
Van de resterende 76 candidaten slaagden er 38,
waarvan er 17 het diploma-B en 21 het diploma-A
verwierven, terwijl aan de overige 14 candidaten dis
pensatie werd verleend tot aan het volgende examen.
24 Candidaten moesten worden afgewezen.
Ten opzichte van enige der achter ons liggende jaren
kunnen deze resultaten ongetwijfeld gunstig worden
94