het Centro Italiano di Educazione Sanitaria
toewees aan zijn film „Strijd zonder einde".
Laatstgenoemde film werd met „Het zwarte
zand" van Ch. Huguenot van der Linden door
de leiding van het Melbourne Filmfestival
voor een bijzondere vertoning tijdens deze
manifestatie uitgekozen. Op de te Brussel ge
houden Internationale Dagen van de Film voor
Arbeid en Nijverheid zag Otto van Nijenhoff
zijn films „The gray wall", „Munt uit melk"
en „Vrij buiten" in de hoogste klasse gewaar
deerd. Het te Cannes gehouden Derde Inter
nationale Reclamefilmfestival bracht nieuwe
successen voor Joop Geesink en wel de eerste
prijs in de categorie poppenfilms voor „Philips
Lamplightband", de tweede prijs in de cate
gorie live-action films voor „Een, twee klaar"
en eveneens een tweede prijs in de categorie
seriefilms voor de serie „Dutchy op glad ijs",
„Dutchy en het dorpsconcert" en „Dutchy pre
senteert de bonte droom van het circus".
Er werden in 1956 geen speelfilms vervaardigd.
In de productie van opdrachtfilms van allerlei
aard viel een verdere stijging te constateren.
De uitstekende reputatie, welke de Nederland
se filmers inzonderheid op het gebied van
documentaire-, reclame- en voorlichtingsfilms
genieten, bezorgde hun in het verslagjaar we
derom vele orders uit het buitenland. Daarbij
nam de toepassing van kleurenmateriaal hand
over hand toe.
De groeiende filmproductie bracht tegelijk
met een stijging van het aantal ingevoerde
negatieven meer bewerkingsopdrachten voor
de laboratoria. De toeneming van de invoer
van kopieën betekende een grotere activiteit
voor de bedrijven, welke zich specialiseren in
het betitelen van films.
Van belang voor de Nederlandse filmindustrie
is het feit, dat de inrichting van het in 1954
door de N.V. Polygoon te Haarlem opgerichte
eerste kleurenfilmlaboratorium in ons land,
welke reeds in 1955 een belangrijke uitbreiding
onderging, in het verslagjaar werd voltooid.
De werkzaamheden van de Cinetone Studio's
beperkten zich het afgelopen jaar in hoofd
zaak tot het verlenen van kinotechnische ser
vice aan Nederlandse filmers. Het Hoofd
bestuur was in de Raad van Beheer van de
Stichting „Nederlandse Filmstudio", welke ge
noemde studio's exploiteert, vertegenwoordigd
door de heren D. J. van Leen, Joh. Miedema
en W. K. G. van Royen. In de vacature, ont
staan door het aftreden van de heer Joh. Mie
dema, die deze functie neerlegde in verband
met het aanvaarden van het Voorzitterschap
van de Bond, werd voorzien door de benoe
ming van de heer A. F. Wolff. Namens het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen hadden de heren Mr. P. K. van Gin-
neken en G. van der Wiel zitting in deze Raad.
12