Hoofdbestuursvergaderingen De belangrijke functie welke het georgani seerde film- en bioscoopbedrijf in cultureel, financieel-economisch en sociaal opzicht in het maatschappelijk leven van ons land vervult valt af te leiden uit de imponerende veelheid van problemen waarvoor het Hoofdbestuur van de Bond zich in het verslagjaar gesteld zag en waarvan hier, voorzover althans reeds niet in de voorgaande hoofdstukken vermeld, een uiteraard beknopt overzicht volgt. Tal van aangelegenheden, die rechtstreeks bepalend zijn voor de toekomstige ontwikkeling van het film- en bioscoopbedrijf zijn in de vergade ringen van het hoogste bestuurscollege aan de orde geweest en hebben hoge eisen gesteld aan de werkkracht van de Hoofdbestuursleden. Met name zij melding gemaakt van de voor bereiding van maatregelen om te geraken tot continuïteit en kwaliteitsverbetering in de Ne derlandse filmproductie, de uitwerking van plannen tot vorming van een bedrijfspensioen fonds, alsmede de behandeling van kwesties ten aanzien van vermakelijkheidsbelasting, muziekauteursrecht, televisie en bouwbelem meringen, nog daargelaten de omvangrijke ar beid op het gebied van de voorbereiding en toepassing van reglementen en besluiten. Aan het begin van het verslagjaar was het Hoofdbestuur als volgt samengesteld: M. P. M. Vermin, Voorzitter; J. Weening, Vice-VoorzitterJoh. Miedema, Secretaris; W. K. G. van Royen, Penningmeester; D. J. van Leen, Gedelegeerde; M. Desmet, L. Groen, B. J. Schimmel en R. Uges Jr., leden. In de vacature van de heer M. P. M. Vermin, die te kennen had gegeven het voorzitterschap van het Hoofdbestuur om gezondheidsredenen te moeten neerleggen en wiens verscheiden op 25 Maart 1956 in het voorgaande reeds is ge memoreerd, werd in de op 3 April gehouden jaarlijkse ledenvergadering bij enkele candi- daatstelling benoemd de heer Joh. Miedema te Sneek. Van de overige Hoofdbestuursleden waren aan de beurt van aftreden de heren L. Groen, D. J. van Leen en W. K. G. van Royen. Zij werden in vorengenoemde vergadering bij enkele candidaatstelling herkozen. Voor de tussentijdse vacature van lid van het Hoofd bestuur in de plaats van de heer Joh. Miedema waren candidaat gesteld de heren W. F. Dub- beldeman, M. J. W. Peters en A. F. Wolf f. In de eveneens op 3 April gehouden buitenge wone ledenvergadering werd de heer A. F. Wolff benoemd. Het Hoofdbestuur kwam in het verslagjaar 18 maal bijeen (19 vergaderingen in 1955). Het Dagelijks Bestuur vergaderde 14 maal (23 keer in 1955). Voorbereiding van Reglementen en Besluiten Het Hoofdbestuur had tegen het einde van 1955 bij de Ledenraad een voorstel ingediend tot vaststelling van een Bedrijfsreglement ter zake van Reclame voor Bioscoopvoorstellin gen, zulks overeenkomstig het door de Afde- lingsraad ingezonden ontwerp. Het voorstel, dat beoogde een oplossing te bieden voor de problemen welke zich meer malen hebben voorgedaan met betrekking tot het adverteren buiten de plaats van vestiging der bioscopen, werd in de op 10 Januari 1956 gehouden vergadering van de Ledenraad on gewijzigd aanvaard. In zijn vergadering van 10 Januari 1956 be handelde de Ledenraad voorts het voorstel van het Hoofdbestuur tot vaststelling van een Be drijfsreglement Algemene Leveringsvoorwaar den van de Leden-Filmfabrikanten, houden de regelen met betrekking tot het uitvoeren door leden-filmfabrikanten van opdrachten van leden-filmverhuurders en leden-bioscoop- exploitanten in zake het bewerken van het geïmporteerde belichte filmmateriaal. Op dit voorstel had de Bedrijfsafdeling Filmverhuur- 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1956 | | pagina 29