In de afdelingsvergadering van 28 September hebben de heren R. Uges Jr., L. Groen en J. G. J. Bosman, leden van de door het Hoofdbestuur ingestelde Studie commissie voor de Pensioenen, een toelichting gegeven op het voorontwerp voor een regeling van het bedrijfs pensioenfonds, welk ontwerp het Hoofdbestuur ter dis cussie in de afdelingen aan de leden had voorgelegd. Genoemde heren hebben daarbij vele uit de vergade ring gestelde vragen beantwoord. Principiële bezwaren werden tegen het ontwerp niet te berde gebracht. De heer P. L. Ooms Sr., directeur van D.L.S. Film, brak een lans voor de ouderen uit het bedrijf, die wegens te hoge leeftijd niet onder de pensioenregeling vallen en in behoeftige omstandigheden verkeren. Het Bestuur werd opgedragen een plan te ontwikkelen om via het Louis Groen Fonds of een speciaal fonds op de een of andere wijze deze oude mensen, die het beste deel van hun leven aan het bedrijf hebben gegeven, te helpen. Het Bestuur heeft dit plan nader uitgewerkt en in de vorm van een memorandum ter beoordeling aan het Hoofdbestuur voorgelegd. Het voorstel van het Hoofdbestuur aan de Bondsver gadering om gedurende een periode van tien jaar aan zienlijke bedragen beschikbaar te stellen ter ondersteu ning van de productie van Nederlandse films ondervond grote belangstelling in de kringen van de filmverhuur ders. De afdelingsvergadering van 19 Maart besloot op voordracht van het Bestuur dit voorstel te steunen. Het stemt tot grote voldoening, dat op deze wijze het Pro ductiefonds, waaraan ook de Landsoverheid metterdaad meewerkt, tot stand is gekomen, zodat thans de finan cieel gunstige omstandigheden zijn geschapen, die voor het tot ontwikkeling komen van een geregelde produc tie van Nederlandse speelfilms onontbeerlijk zijn. In het begin van het verslagjaar heeft het Bestuur bij het Hoofdbestuur opnieuw een plan ingediend om te zijner tijd het gebruik van uniforme kistjes en dozen voor de verzending en doorzending van films in te voeren. Alleen op deze wijze acht het Bestuur het moge lijk tot behoorlijk verpakkingsmateriaal te komen. Het tot dusver gebruikelijke pakpapier en touw is ondeug delijk en zeker niet goedkoper. Klachten over slechte verpakking worden herhaaldelijk vernomen. In ver schillende landen is het gebruik van filmkisten of containers reeds lang ingeburgerd. Het Hoofdbestuur heeft dit plan in studie genomen. Van belang is nog hierbij te vermelden, dat de Afdeling Transportbescherming van de Nederlandse Spoorwegen nog onlangs contact met ons heeft gezocht over de kwestie van het verpakkingsmateriaal, waarbij gebleken is, dat er ook van deze zijde grote belangstelling voor de uniforme filmkistjes bestaat. Ter zake van het plan om de filmrollen op een lengte van 600 meter te normaliseren heeft het Hoofdbestuur te kennen gegeven, dat het bereid is de verwezenlijking er van te steunen. Met dit plan wordt beoogd paal en perk te stellen aan het euvel van het zoekraken van de start- en eindstukken der films en het ondeskundig aanbrengen van storende starttekens. De goede verstandhouding tussen de leiding der Cen trale Commissie en het filmverhuurbedrijf werd besten digd. De Katholieke Filmcentrale heeft in het verslagjaar 491 (in 1955: 425) hoofdfilms gekeurd. In 127 (122) ge vallen is de K.F.C, afgeweken van de uitslag der Rijks keuring. In 117 gevallen heeft de K.F.C, de films in een hogere leeftijdsklasse ingedeeld en 10 films ontoe laatbaar verklaard. Steeds duidelijker blijkt de nakeuring verouderd te zijn. De niet-katholieke omroepverenigingen trekken zich bij uitzending van films door de televisie niets aan van de K.F.C.-keuring. In Limburg wordt op grote schaal ge keken naar de Duitse televisie, waarbij eveneens films worden uitgezonden, uiteraard ongeacht de K.F.C.-keu ring. De relaties tussen het filmverhuurbedrijf en de Neder landse Televisie Stichting respectievelijk de omroepver enigingen, die televisie-uitzendingen verzorgen, komen langzamerhand tot ontwikkeling. In de jaarvergadering van 20 Februari zijn de periodiek aftredende bestuursleden D. J. van Leen, J. L. Paerl en J. Weening bij enkele candidaatstelling herkozen. De heer Weening werd herkozen als voorzitter, de heer Paerl als vice-voorzitter en de heer Van Leen als secre taris. De Filmhuurschuld-Commissie verzond in het verslag jaar 683 sommaties (in 1955: 633) nopens recettestaten en filmhuurbetalingen, betrekking hebbende op een gezamenlijk filmhuurbedrag van ƒ124.159,17 (in 1955: ƒ74.408,74). De boycotmaatregel werd 30 maal (in 1955: 24 maal) toegepast. In het verslagjaar zijn vier ledenvergaderingen en dertien Bestuursvergaderingen gehouden, alsmede een gecombineerde vergadering van het Bestuur en de leden-filmverhuurders van de Ledenraad. De periodiek aftredende leden van de Ledenraad H. P. H. Juten, J. L. Paerl en J. P. M. A. Smulders zijn in de jaarvergadering bij enkele candidaatstelling herkozen. In de plaats van de heer K. F. J. Wijsmuller, die geen herbenoeming wenste te aanvaarden, is de heer D. Raphel tot lid van de Ledenraad gekozen. In de ledenvergadering van 19 Maart werd besloten bij de verkiezing van een lid-exploitant van het Hoofd bestuur in de vacature, ontstaan door de benoeming van de heer Joh. Miedema tot voorzitter, het advies van de Afdelingsraad te volgen, zoals te doen gebruike lijk is. De ledenvergadering van 17 December verklaarde zich accoord met het Hoofdbestuursvoorstel aan de Leden raad om voor het jaar 1957 een nieuw Bedrijfsbesluit in zake de Uitvoering der Deviezenregeling vast te stellen. De vergadering had bedenkingen tegen het Hoofdbestuursvoorstel om aan artikel 10 van het Aan vullingsreglement Bondsvoorwaarden een bepaling toe te voegen, dat voor wat betreft reizende bioscopen een totale garantiesom per vertoningsweek mag worden bedongen, waarvan de grootte wordt bepaald door ver menigvuldiging van een bedrag van ten hoogste ƒ40, met het aantal der plaatsen, waarop de vertoningsover eenkomst voor de onderwerpelijke hoofdfilms betrek king heeft. De beslissing werd overigens aan het beleid van de leden van de Ledenraad overgelaten. Ten aanzien van een aanvrage, ingediend bij de Com missie Nieuwe Zaken, om toegelaten te worden als lid-filmverhuurder, nam het Bestuur een afwijzend 56

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1956 | | pagina 56