Het Afdelingsbestuur besloot een onderzoek in te stel len naar hetgeen in Nederland en elders op het gebied van de vakopleiding voor de onderscheiden beroepen in de filmindustrie wordt gedaan, ten einde zich te oriënteren met betrekking tot de vraag op welke wijze eventuele in ons land terzake genomen verantwoorde initiatieven zouden kunnen worden gesteund en zo nodig meer systematische pogingen zouden kunnen worden ondernomen. Aan het einde van het verslagjaar was dit onderzoek nog niet afgesloten. Het voor de filmindustrie belangrijke vraagstuk van de vakopleiding zal echter slechts met medewerking van alle betrokkenen, dat wil zeggen van werkgevers èn werknemers, tot oplossing kunnen worden gebracht. In dit opzicht werd het ontbreken van een allesomvattende werknemersorganisatie voor de filmindustrie als een ge mis gevoeld. Nu evenwel aan het begin van het verslag jaar met steun van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers een vakvereniging voor de filmindustrie is opgericht, de Unie van Werknemers in de Filmpro ductie- en Televisiebedrijven, welke in een spanne tijds tot enige honderden leden is uitgegroeid, zal het moge lijk tot overleg inzake beroepsopleiding kunnen komen, indien zal blijken dat de belangstelling voor dit vraag stuk in de kringen van de werknemers van dien aard is, dat verantwoorde initiatieven naar voren kunnen worden gebracht. Het Bestuur van de nieuwe vakvereniging werd op 12 November tijdens een gemeenschappelijke vergadering van het Bestuur van de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers en het Afdelingsbestuur aan dit College voorgesteld. Het Afdelingsbestuur was vertegenwoordigd aan het diner, dat door de Overheid einde October te Den Haag werd aangeboden aan een aantal Belgische filmers, die een bezoek aan ons land brachten ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Belgisch-Nederlands Cul tureel Accoord. De relaties met de Nederlandse Beroepsvereniging van Filmers waren ook gedurende het verslagjaar van de meest aangename aard. Op Zaterdag 18 Februari her dacht deze organisatie onder grote belangstelling in een in het Stedelijk Museum te Amsterdam belegde bijeenkomst het feit, dat zij tien jaar geleden werd opge richt. Namens de Bedrijfsafdeling werd aan het Bestuur een zilveren sigarettendoos met inscriptie aangeboden. Op Vrijdag 2 November was het Afdelingsbestuur op uitnodiging van de Beroepsvereniging in het Stedelijk Museum te Amsterdam vertegenwoordigd bij de ope ning van de tentoonstelling „De filmer thuis", een expositie van de producten van kunst, vlijt en kunst- vlijt, die door de filmers buiten de filmkunst worden voortgebracht. Bij deze opening waren de vertegen woordigers van het Afdelingsbestuur mede de gasten van het Contact Centrum Film in een der stijlkamers van het museum, waar een ontmoeting plaats vond met de eerder genoemde Belgisch filmers, die op dat tijd stip nog in ons land vertoefden. Later zaten de ver tegenwoordigers van het Afdelingsbestuur met die van de Overheid en andere instellingen op filmgebied aan een diner aan, dat de Belgische gasten door de Beroeps vereniging werd aangeboden. De dag werd besloten met een contactavond in het filmmuseum, waarop de vele genodigden gelegenheid kregen van het werk van de Belgische filmers kennis te nemen. De onderhandelingen met het Bureau voor Muziek- auteursrecht Buma hebben in het verslagjaar geleid tot een principiële overeenstemming terzake van de ver eiste toestemming van Buma voor het ten gehore bren gen van muziek door middel van de vertoning van opdrachtfilms, welke bestemd zijn om in Nederland buiten de bioscopen te rouleren. Zuivere instructiefilms zijn vrijgesteld van een auteursrechtvergoeding. Een gevolg van deze overeenstemming was, dat de tot dus ver gebezigde contracten, welke de verhouding tussen producent en componist regelden, door nieuwe con tracten moesten worden vervangen, welke in overeen stemming zijn met de overeengekomen regeling. Door deze overeenkomst, welke uitsluitend voor de bij de Nederlandsche Bioscoop-Bond aangesloten filmpro ducenten geldt, wordt tegen vergoeding van een vast bedrag per afgeleverde kopie de opdrachtgever ont slagen van de plicht tot het verstrekken van opgaven aan Buma van de vertoningen met de betrokken film. Daardoor wordt deze opdrachtgever tevens ontslagen van een overbodige administratieve rompslomp, welke een intensiever gebruik van het filmmedium, in het bijzonder door verenigingen en kleinere instellingen welke niet over veel administratief pesoneel beschik ken, sterk tegenwerkte. In 1956 werd wederom door onze leden deelgenomen aan onderscheiden filmmanifestaties van internationaal karakter, onder meer aan het Internationale Filmfesti val te Cannes, het Internationale Filmfestival te Berlijn, het Internationale Festival van Edinburgh, de Fiera di Milano, de Vle Internationale Week voor Touristische en Folkloristische Films te Brussel, de Tweede Inter nationale Dagen van de Film voor Arbeid en Nijver heid, eveneens te Brussel, het Derde Internationale Reclamefestival te Cannes, het Eerste Internationale Ierse Filmfestival te Cork, het Tweede Internationale Festival voor Documentaire en Experimentele Films te Montevideo (Uruguay), het Melbourne Film Festi val, het te Rome gehouden derde congres van de Inter national Union for Health Education of the Public, enz. Op een enkele jeugdfilm na werden er het afgelopen jaar geen speelfilms vervaardigd. Met behulp van het Productiefonds voor Nederlandse Films zullen in 1957 zeer zeker enige speelfilms worden geproduceerd. De activiteit op het gebied van de opdrachtfilm duurde onverminderd voort. Uit de aan dit verslag gehechte lijst van de titels van de belangrijkste films, welke door onze leden in 1956 werden vervaardigd, blijkt, dat de belangstelling van de opdrachtgevers in binnen- en buitenland nog is toegenomen. Naast de journaalfilmindustrie met zijn geregelde uit wisseling van Nederlandse opnamen met buitenlandse journaals groeit ook de export van losse actualiteiten naar het buitenland, waardoor een steeds groter inter nationaal publiek het karakter van ons land en volk leert kennen. Het afzetgebied van onze leden is reeds lang niet meer beperkt tot Europa en de Verenigde Staten, maar strekt zich ook uit tot Canada en Aus tralië. Aangezien er het afgelopen jaar enige toeneming viel te constateren van het aantal ingevoerde negatieven betekende dit met de groei der productie een vermeer dering van kopieerwerk voor de laboratoria, terwijl de toeneming van het aantal ingevoerde kopieën meer betitelingsopdrachten met zich bracht voor de daarin gespecialiseerde fabrieken. 62

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1956 | | pagina 62